By lage 22 2. De wet tot regeling van het hooger onderwijs, organieke verordeningen, reglementen, instructiën, enz. 1. College van Curatoren. Op 1 October traden, volgens rooster, af de curatoren Jhr. Mr. D. G. van Teijlingen, Jhr. Mr. J. Röell en Dr. H. J. de Dompierre de Chaufepié. Zij werden door den Gemeenteraad herbenoemd. VERSLAG ran curatoren van het Gymnasium te 's-Gravenhage, over het jaar 1902. Ten einde mogelijken twijfel op te heffen, of art. 16 1 der Verordening tot regeling van het gymnasium (Verz. N°. 461) luidende: „Het is aan de leeraren verboden, zonder „verlof van curatoren, aan leerlingen van het gymnasium „huisonderricht te geven”, ook op „toehoorders” toepasselijk moest geacht worden, werd, bij verordening van 8 April, achter het woord „leerlingen” gevoegd „of toehoorders”. In antwoord op eene vraag van Burgemeester en Wet houders, gaven wij, bij brief dd. 14 Februari, te kennen, dat het, naar onze meening, geene aanbeveling zou verdienen, tot het heffen van een evenredig schoolgeld over te gaan, waartoe de wet van 9 Juli 1900 (Staatsblad No. 113) vrijheid geeft. De wijziging der Verordening tot regeling der jaarwedden van de leeraren en leeraressen aan de hoogere burgerscholen, vastgesteld door den Gemeenteraad in zijne vergadering van 8 April, gaf ons aanleiding, bij brief dd. 1 Juli, aan Burge meester en Wethouders een uitgewerkt voorstel te doen, om de Verordening tot regeling van de jaarwedden van de lee raren aan het gymnasium met eerstgemelde Verordening in overeenstemming te brengen. Dientengevolge kwam bij Raads besluit van 14 October eene nieuwe verordening tot stand, ter vervanging van die van 21 Maart 1892, zooals die luidde na de daarin, by Raadsbesluit van 18 October 1898, aange brachte wijziging. Het tijdstip van inwerking treding dezer verordening werd bepaald op 1 Januari 1903. Burgemeester en Wethouders verzochten mededeeling van onze beschouwingen omtrent een in onze handen gestelden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 580