Bijlage 23
Bij de intrede van het nieuwe Academiejaar heeft de Raad
van Bestuur wederom de eer een beknopt overzicht aan
te bieden van al het geen deze instelling in het afgeloopen
tijdvak weervaren is. Wees de inleiding van het vorig ver
slag op den buitengewonen toevloed van leerlingen, die zelfs
de onmiddellijke benoeming van drie nieuwe leeraars vor
derde in het nu afgeloopen leerjaar bedroeg het aantal
leerlingen slechts 756, dus 64 minder dan in het voorgaande
tijdperk. Vermoedelijk ligt de reden voor die daling van het
leerlingencijfer in het verrijzen van bijzondere teekenscholen,
zooals die van Armenzorg, de Teekenschool te Scheveningen
en andere bijzondere inrichtingen.
De steeds wisselvallige rijzing en daling van het aantal
leerlingen wijst des te dringender op de noodzakelijkheid
onl zich zoodanige vaste inkomsten te verzekeren, dat men
niet uitsluitend afhankelijk blijve van de onzekere opbrengst
der schoolgelden. Ook in het afgeloopen leerjaar heeft de
Raad van Bestuur alles in het werk gesteld om zoo van
Rijk als Provincie zoodanig subsidie te verkrijgen, dat de
Academie niet langer van toevallige, geheel onzekere inkom
sten afhankelijk zij.
Op 6 Februari jl. wendde zich de Raad van Bestuur daar
toe tot H. M. de Koningin, met het dringend verzoek om
aan de Haagsche Academie een Rijkssubsidie te verleenen,
dat haar in staat zou stellen aan de groote eischen van het
onderwijs te voldoen, de leeraren een behoorlijke bezoldiging
toe te kennen en de nog steeds ontbrekende leer- en hulp
middelen aan te schaffen.
In verband met een onderhoud, dat eene Commissie uit
den Raad van Bestuur in Juni jl. met den Minister van
Binnenlandsche Zaken mocht te beurt vallen, werd daarna
in een uitvoerig schriftelijk betoog met cijfers aangetoond,
dat inzonderheid de uitgebreide winteravondcursus, welke
geheel en al voor het vakonderwijs van den toekomstigen
ambachtsman bestemd is, verreweg de aanzienlijkste uitgaven
vordert. De kosten van den dagcursus in het schilderen en
die van den namiddagcursus worden ruimschoots gedekt door
het hooge schoolgeld. Zelfs in den cursus voor het opleiden
van teekenleeraren en leeraressen kunnen de hooge uitgaven,
DRIE EN VEERTIGSTE VERSLAG van dm toestand der
Academie ran Beeldende Kunsten te ’s-Gravenhage
over 1901 1902.