t 24 2 K geld en 332 brooden. Te Scheveningen beliep dat een cijfer van 249 gezinnen 703 personen, waaronder 81 gezinnen 321 personen, die vroeger uitsluitend met warme spijs, brood en eenige brandstoffen zouden zijn ondersteund ge worden. In die afdeeling bedroeg op dat tijdstip de onderstand f 195,95 in geld en 405 brooden. Alzoo bedroeg de lijst op 1 Januari te zamen 647 gezinnen, uitmakende 1804 personen, met eene wekelijksche ondersteuning van f 586,95 in geld en 737 brooden, dat bij omslag voor ieder gezin ruim 102 cent ’s weeks aanwijst, alzoo per gezin ongeveer 3'/2 cent meer dan op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars. Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen ver strekkingen plaats van hemden, dekens, stroozakken en stroo, en uitsluitend voor Scheveningen ook mansbroeken, vrouwenrokken, kousen en klompen. Ook werden aan elk gezin in den wintertijd eenige brandstoffen verstrekt. Bovendien heeft het Burgerlijk Armbestuur zich wegens de buitengewone omstandigheden, waarin een aantal be- hoeftigen te Scheveningen verkeerden, tengevolge van strem ming in de middelen van bestaan op de visscherij betrekking hebbende, evenals den vorigen winter verplicht gezien voor enkele weken 200 brooden wekelijks te hunnen behoeve beschikbaar te stellen, benevens, waar dit bleek noodig te zijn, eenige brandstoffen. Deze buitengewone verstrekkingen werden op 11 Februari aangevangen en tot en met 18 Maart wekelijks herhaald, zoodat die 6 maal hebben plaats gehad, zijnde eenmaal minder dan in den vorigen winter. De intrekking van bedeeling, aan gezinnen van personen aan den winterarbeid geplaatst of door tusschenkomst van „de Christelijke Volksbond” aan werk geholpen, geschiedde voor 23 personen met f21,60 in geld en 40 brooden’s weeks. Bij het eindigen van het winterseizoen werd de onder steuning ingetrokken van 35 gezinnen, uitmakende 102 personen, tot een wekelijksch bedrag van f31,90 in geld en 42 brooden in de acht eerste onderstandswijken en te Scheveningen voor 80 gezinnen 316 personen met f9,30 en 160 brooden, en verminderd voor 127 gezinnen met f23,80 in geld. Hierdoor en tengevolge der sedert 1 Januari plaats gehad hebbende mutatiën, werd de lijst der bedeelden aanvankelijk teruggebracht tot 584 gezinnen, uitmakende 1573 personen, bedeeld met f 580,70 en 581 brooden ’s weeks, alzoo in ver houding tot hetzelfde tijdstip des vorigen jaars 21 gezinnen minder, terwijl het aantal personen 35 en het bedrag der bedeeling in de eerste week vair April f4,55 en 6 brooden meer bedroeg. VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 610