I
f
i
F
5
i
het hier ter plaatse verkochte. De te IJmuiden of Rotterdam
gemaakte besommingen zijn hierin niet begrepen, daar die
bij de afslagers te Scheveningen onbekend bleven. Door de
welwillendheid van den directeur der visschershaven is ons
de besomming der 78 loggers te IJmuiden geworden; zij be
droeg f 69.657,10, alzoo f 893 per logger, die bij de hiervoor
genoemde f945,82 moet bij getrokken worden. Deze berekening
is bruto besomming.
De bommen zijn door den tegenwoordigen toestand van
het strand, vooral bij onbestendig weer, meermalen genood
zaakt te IJmuiden binnen te loopen, en verkoopen dan ook
dikwijls daar hun visch; de opbrengst van het aldaar ver
kochte is eveneens onbekend. Steeds worden meerdere bom
men voorzien van een kiel en een donkey, stoomspil; ook
deze kunnen niet meer aan het strand komen, bij goed weer
wordt hun vangst per boot aan wal gebracht, bij slecht weer
moeten zij, evenals de loggers, naar IJmuiden of Rotterdam.
Groote schol en schelvisch, die in gezouten toestand, wordt
aangevoerd, blijft zeldzaam; het loont de moeite niet meer
om op de Doggersbank te gaan visschen, waardoor men
genoodzaakt is op onze kust te blijven om wat kleinschol
en enkele tongen te bemachtigen.
De schrobnet- of trawlvisscherij bleef tot heden winst-
dervend, toch blijft zij aanbevelenswaardig tot vorming van
bekwame visschers en ervaren zeelieden.
Het geregeld af- en aanvaren van Scheveningen zou deze
visscherij eenigszins ten goede komen; voor den handelaar,
die zich steeds beklaagt over weinig aanvoer, zou zulks
gewenscht zijn, terwijl het voor den werkman van groot
belang is, daar de behandeling, bereiding en verzending der
aangebrachte visch hem werk verschaft.
Het aantal stoomschepen, voor de trawlvisscherjj in gebruik,
blyft toenemen, voornamelijk in het buitenland. De resultaten
met die schepen zijn veel beter, omdat zij steeds, ook bij
ongunstigen wind kunnen visschen en door hun snelheid
nieuwe vischgronden kunnen opsporen op grooten afstand
van het gewone vischwater, die met zeilschepen niet te
bereiken zijn zonder te groot tijdverlies, of vanwaar een
eventueele vangst nooit in verschen toestanp kan worden
aangebracht.
De handel in versche visch op het buitenland houdt steeds
gelyken tred met de meer of mindere vangst, gewoonlijk is
de aanvoer evenwel slechts voldoende voor het binnenland.
De Duitsche visscherij blijft zich met kracht uitbreiden en
wordt nog steeds door de regeering gesteund.
De werkzaamheden aan de haven worden met kracht
yoortgezet, die aan de buitenhaven vonden nog al eens
j
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 33