J
I
I
I
I
I
W
19
b. Ambachtsnijverheid.
Omtrent de Ambachtsschool bericht het door het bestuur
uitgebracht verslag, dat deze inrichting zich in toenemenden
bloei verheugt.
De voorgenomen uitbreiding van lokaliteit en van het
onderwijs kwam tot stand. O. a. werd door de plaatsing
eener stoommachine de gelegenheid in het leven geroepen
om de leerlingen met de behandeling van stoommachine en
ketel bekend te maken, het electrisch bedrijf bij het onder
wijs in te voeren en de mechanische kracht in dienst te
stellen van den aanstaanden meubelmaker, timmerman en
instrumentmaker.
De nieuwe cursus begon op 7 April 1902 met 300 leer
lingen, aldus verdeeld:
85 timmerlieden,
21 meubelmakers,
6 meubelmakers,
23 huisschilders,
88 smeden en bankwerkers,
21 koperslagers.
65 electriciens en instrumentmakers,
1 pianomaker.
Onder dezen zfjn 38 leerlingen van buitengemeenten en
20 van Scheveningen.
Ook dit jaar toonden verschillende vereenigingen haar
belangstelling in het ambachtsonderwijs, door kinderen barer
leden voor rekening der betrokken vereeniging de school te
laten bezoeken.
De afdeelingen Burgeravondschool en Avondteekenschool voor
volwassenen werden bezocht door resp 110 en 50 leeringen.
Ten aanzien van de beide afdeelingen voor Handel en
Administratie der Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus
werd ons medegedeeld, dat zij even talrijk bezet waren, als
het vorig jaar.
Van de 24 leerlingen uit deze afdeelingen, die in Juli jl.
de school verlieten, zetten twee (meisjes) hunne studie voort
om een diploma voor boekhouden te verwerven, twee gingen
in de zaak van hun vader en de overigen werden allen in
verschillende administratieve betrekkingen geplaatst.
Omtrent den toestand van het Huisschildersbedrijf werd
ons door bemiddeling van het bestuur der Haagsche Schil-
dersbazenvereeniging medegedeeld, dat dit bedrijf, vergeleken
met vorige jaren, in geen betere positie is gekomen. Het
publiek blijft weinig lust aan den dag leggen om te laten
werken. In het voorjaar wordt het onvermijdelijke schilder-
hs
1|
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 33