i
1
I
ff
27
f 3.681.162,50
3.643.600,—
f 2.108.133,01
51.624,52
8.202.842,35
f 5.359.700,—
1.678 537,50
1.058.643,045
272.221.815
220.000,—
•'mI
lOO'/j pCt. en ten slotte op 1 November bepaald op 100'ƒ4 pCt.
Het dividend werd bepaald op 7 pCt.
20.011.257,32
608.364,90
41.170.000,—
„47.856 000,—
43.000,—
i|<
11
1
Omtrent de Stedeléjke Hypotheekbank werd de Kamer het
volgende medegedeeld:
Gesloten werden hypothecaire leeningen
tot een gezamenlijk bedrag van
Afgelost werd voor een bedrag van
Zoodat op 31 December 1902 aan hypothe-
caire leeningen een bedrag uitstond van
Op 31 December 1901 was aan pandbrieven
geplaatst een bedrag van
Het dividend bedroeg 53/4 pCt.
Wat betreft de Eerste Neder landsche Ver zekering-Maat
schappij op het Leven en tegen Invaliditeit en Ongelukken, werd
het volgende medegedeeld
De reserve bedroeg op ultimo December 1902 in afdeeling
I (Levensverzekering) f 7 240.598,29s tegen f 6 532 932,— in
het voorgaande jaar en afdeeling II (Ongelukkenverzekering)
f 61.686,71.
Een belangrijk bedrag werd bovendien in de zekerheids-
fondsen gestort.
Aan extra reserve- en zekerheidsfondsen komt op de
balans een bedrag van f 667.000,—.
Een groot deel der winst in afdeeling I komt den verze
kerden met een aandeel in de winst ten goede.
In afdeeling I werd in 1902 afgesloten
voor een bedrag van
aan kapitaalsverzekeringen, en voor een
bedrag van
aan renteverzekeringen.
Het bedrag aan kapitaalsverzekeringen,
na aftrek der royementen en door uitkee-
ringen vervallen contracten, klom tot
en der renteverzekeringen tot
In afdeeling II was op het einde van 1902
van kracht volgens A ruim
B
C
Het bedrag der jaarpremiën in afdeeling I
steeg in 1902 tot
terwyl in dat jaar aan premiën in ééns
bovendien werd gestort
In afdeeling II werd
premie ontvangen.
De bezittingen der Maatschappij bedroe
gen op ultimo December 1902
n
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 33
I