42 komen eener doeltreffende algemeene botercontróle, door de Kamer van Koophandel te Delft tot den minister gericht, ten zeerste by zijne Excellentie voor een gunstige beschikking aan te bevelen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te ’s-Gravenhage, A. A. Knuyver, Voorzitter. J. D. Verbroek, Secretaris. De Kamer deed zich vertegenwoordigen op een vergadering te Amsterdam bijeengeroepen door de Commissie tot reorga nisatie der Kamers van Koophandel om op nieuw op her ziening aan te dringen, op een bijeenkomst tusschen afge vaardigden van Duitsche en Nederlandsche Kamers van Koophandel op initiatief der Utrechtsche Kamer van Koop handel aldaar gehouden, ter bespreking van de wenschelijkheid eencr postunie tusschen Duitschland en Nederland en op het Derde Internationale Congres voor den Handeldrijvenden Mid denstand, dat in September 1902 te Amsterdam plaats vond. XII. Tot Zijne Excellentie den Minister van Binnenland- sche Zaken in verband met een tot den Minister gericht adres van de alhier gevestigde vereeniging van kleinhan delaren in sterken drank „Onderling Belang”, waarby werd verzocht de herziening der Drankwet te doen voorafgaan aan een eventueele verhooging van den accijns op het gedistilleerd. Daarlatende, of tusschen beide onderwerpen een zoodanig verband bestond, als adressante scheen te meenen, viel het naar het oordeel der Kamer niet te ontkennen, dat een accijnsverhooging van f 7 per H.L., die niet op de clienteele te verhalen is, den toestand van de vergunninghonders nog moeilijker zou maken, dan hij by de onzekerheid, in welke richting de Drankwet zal worden herzien, reeds is. De Kamer meende er daarom bij den Minister op te mogen aandringen, dat zoo spoedig mogeliik een definitieve herzie ning der Drankwet tot stand zou komen. I 33 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 693