i
I
i
h
Byiage 34
’s-G r a v e n h a g e, den 10 Februari 1903.
VERSLAG betreffende het Gemeentemuseum.
Leden:
iH
Toestand van het gebouw.
Het gebouw werd voldoende onderhouden.
Nadat de kap reeds versterkt was, om daarop eene stelling
te doen plaatsen ten behoeve van de gemeentelijke telephoon,
werd in antwoord op uw bericht van 24 Januari, bij dezer-
zydsch schrijven van 21 Maart, gewezen op het gevaar voor
ontsiering, waarmede het uit bouwkundig oogpunt schoone
gebouw door de voorgenomen stelling werd bedreigd. De
Besturen der Vereenigingen „Pulchri Studio” en „die Haghe”
wendden zich met adressen in gelijken zin tot den Gemeente
raad.
Uit Uw bericht van 4 7 April mochten wij tot onze vol
doening ontwaren, dat van het plaatsen eener stelling was
afgezien.
De Commissie is derhalve thans samengesteld als volgt:
Voorzitter: G. de Wys, Wethouder.
Mr. W. J. Snouck Hurgronje, Leden van den
W. J. van Sandick, Penningmeester,Gemeenteraad.
j Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers, i Ingezetenen
D. F. Scheurleer, ingezetenen.
SecretarisJ. M. Bouscholte, Ambten, ter Gemeentesecretarie.
Directeur van het Museum is de heer A. J. Servaas van Rooijen.
Ingevolge art. 10 der Verordening van den 28 Juni 1887
(Verzameling No. 9) heeft de Commissie van beheer over
het Gemeentemuseum de eer Uwer Vergadering hierbij aan
te bieden haar Jaarverslag over 1902.
De samenstelling der Commissie bleef niet ongewijzigd.
Haar mede-lid Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt, sedert 8 Fe
bruari 1892 lid uit de ingezetenen, ontviel haar op 18 Juli
door den dood. Met toewijding nam de overledene deel aan
de werkzaamheden der Commissie. Zijne nagedachtenis zal
bij de Commissie in dankbare herinnering blijven.
Bij Uw besluit van 24/27 October 1902 werd benoemd tot
Lid uit de ingezetenen, de heer D. F. Scheurleer.
Mr. W. J. Snouck Hurgronje,
Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers,
D. F. Scheurleer,