i
j
73
a
1
Nadat pogingen om een aan particulieren toebe-
hoorend gedeelte van de Hobbemastraat, waarvan de
bestrating in zeer slechten toestand verkeert, in der
minne te verkrijgen, hadden gefaald, werd door den
Gemeenteraad den 25en Maart besloten tot H. M. de
Koningin een adres te richten ter verkrijging van een
wet verklarende tot een werk van algemeen nut het
bestraten van het bedoelde gedeelte der Hobbemastraat,
waarop alzoo de onteigeningswet van toepassing is.
De ter voldoening van art. 7 der onteigeningswet
noodige 1ste ter visielegging der stukken had plaats
van 19 Juni tot en met 25 Juli.
Den 16en Augustus werd door de Regeering een
wetsontwerp ingediend voor een tot zeer geringen om
vang beperkte, grenswijziging tusschen ’s-Gravenhage
en Loosduinen.
De Gemeenteraad besloot den 28en October zich met
een adres te richten tot de Tweede Kamer der S.-G.
houdende verzoek het daarheen te leiden, dat bij het
overwegen van het wetsontwerp rekening worde ge
houden met het plan van grenswijziging, zooals dat is
omschreven in het Raadsbesluit van 16 October 1900,
d. i. in overeenstemming met die van het Raadsbesluit
van 30 Mei 1899 (zie Jaarverslag over 1900, bl. 66);
óf wel subsidiair eenige, in ieder geval noodzakelijke
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
grenzen, zooals die in het wetsontwerp waren omschreven.
Ten slotte nam de Regeering over een voorstel van
de Commissie van Rapporteurs, waarbij de grenswijziging
werd gevolgd, nagenoeg zooals die in 1900 door G. S.
van Z.-H. was ontworpen (zie Jaarverslag over 1900.
hl. 65).
Het gewijzigde wetsontwerp werd door de beide
Kamers der S. G. aangenomende wet tot wijziging
van de grens volgens dit wetsontwerp is opgenomen in
het Staatsblad van 31 December 1902 no. 262.
De oppervlakte der Gemeente wordt tengevolge van
deze grenswijziging uitgebreid met 653 H.A.
In het laatst van het jaar ontvingen B. en W. van
G. S. om advies een schrijven van den Minister van
Het ingediende wetsontwerp werd den 24en December door de
Tweede Kamer der S.-G. aangenomen.