76
1901 aan B. en W.
Jaarverslag over 1901 is medegedeeld werden bij K. B.
van 2 Januari 1902 no. 13 Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Delfland, op grond van een gepleegde informaliteit
bij de indiening van het adres van appel, door den
Raad van State niet ontvankelijk verklaard in hun
booger beroep.
Tengevolge daarvan kon den 30en Januari worden
overgegaan tot de openbare aanbesteding van de grond-
duikers onder de Afzanderijvaart en onder het Afvoer
kanaal, beide met aansluitende gedeelten verzamelriool,
de eerste tevens met 2 aansluitende gedeelten moerriool.
De grondduiker onder de Afzanderijvaart c.a. is
gereed, de werkzaamheden van den duiker c.a. bij
het Afvoerkanaal waren op het laatst van het jaar in
vollen gang, doch ondervonden vertraging door het
vriezende weer.
Intusschen was
den 23en Januari, nadat door G. S.
29 October
bij beschikking van
2 November
vergunning volgens de Hinderwet was verleend tot de
oprichting voor een stoomgemaal der rioleering aan de
Lijnbaan, openbaar aanbesteed het maken van een
machine- en ketelgebouw met toebehooren voor het
stoomgemaal aldaar.
De gebouwen waren aan het eind van het jaar onder
de kap.
Aan het eind van het jaar waren de machines en
pompen aan de fabriek van de firma Louis Smulders Co.
te Utrecht nagenoeg geheel afgewerkt en in elkaar
gesteld; de ketels waren in het ketelgebouw aangevoerd.
Den 13den Maart werd openbaar aanbesteed het leggen
van de persleiding voor het Hoofdstoomgemaal met
loozingen op het afvoerkanaal voor en achter de schutsluis.
Dit werk kwam in September gereed, waarna in het
begin van October de proefbemaling van het stoomgemaal
plaats had aan de gestelde eischen werd voldaan.
De levering der buizen voor de persleiding was opge
dragen aan George Wilson alhier voor f 11249.
Bij schrijven van 13/17 Januari en bij schrijven van
26/29 September richtten B. en W. zich met aanvragen
om vergunning voor het uitvoeren van werken voor de
rioleering tusschen den Zuid-Buitensingel en de Veen
kade tot Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland.