113
33
147
185
4
II. Heerschende ziekten.
In verband met de bepaling der wet van 4 December
1872 (Staatsblad No. 134), zooals zij luidt na de daarin
gebrachte wijzigingen bij de wet van 21 Juli 1899,
(Staatsblad No. 166), wferden de navolgende aangiften
van besmettelijke ziekten gedaan:
Typhus
Febris typhoïdea
Diphtheritis
Roodvonk
Pokken
De loop dier ziekten over de verschillende maanden
en naar de verschillende straten treft men aan in de
tabel, hierachter opgenomen als bijlage 13.
Door het nemen van krachtige maatregelen, zoowel
door desinfectie als door het onteigenen van goederen,
welke voor desinfectie minder geschikt waren, hebben
wij getracht het optreden van de pokken in den aan
vang té stuiten en, zooals gebleken is, met gunstig ge
volg. Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar
het verslag van de verrichtingen en bevindingen van
den tijdelijken Inspecteur ter bestrijding der Cholera, hier
achter gevoegd als bijlage 14.
III. Begraafplaatsen.
1". Eenige bijzonderheden betreffende de Algemeene
Begraafplaats treft men aan onder hoofdstuk V, B, 1‘,
alwaar tevens wordt aangetroffen eene opgave van het
aantal grafkelders en graven, welke in gebruik zijn
afgestaan, zoomede de opbrengst van de begrafenis
rechten.
2®. In het afgeloopen jaar werden begraven:
op de algemeene burgerlijke begraafplaats 1507 lijken,
op de bijzondere begraafplaats der Roomsch-Katho-
lieke gemeente 1026 lijken,
op die der Nederlandsch-Israëlietische gemeente de
lijken van 19 mannen, 21 vrouwen en 14 kinderen en
9 levenloos geborenen,
op die der Nederlandsch-Portugeesch-Israëlietische ge
meente de lijken van 2 mannen en 1 vrouw, en
op de begraafplaats „Ter Navolging” te Scheveningen
het lijk van 1 persoon.
8