Door het overlijden van laatstgenoemde werd, niet ingang van 15 Juli voor den tijd van één jaar tot tijdelijk keurmeester benoemd, J. H. Ramkema, die zich, evenals zijn voorganger, te Scheveningen vestigde, ten einde aldaar een meer regelmatig toezicht te kunnen uitoefenen. Met ingang van 1 Januari 1904 werd aan den Isten keurmeester eene traktementsverhooging van f 200.— en aan den keurmeester A. P. de Bruijn eene verhoo- ging van jaarwedde van f 50.— toegekend. Óp 1 Januari 1904 was het personeel samengesteld als volgt: In den toestand van het terrein en de gebouwen aan het Zieken en aan den Loosduinscheweg kwam geene verandering. De voorgenomen verbouwingen van de politiepost- huizen aan het Zieken en het Bezuidenhout zullen ook den dienst der keuring ten goede komen. De ten vorigen jare aangeschafte stempels voor het waarmerken van het goedgekeurde vleeseh bleven goed voldoen. Het afgekeurde vee en vleeseh werd weder door middel van den digestor in nuttige handelsproducten omgezet. De oude begraafplaats in de Westduinen bleef gehandhaafd, om, bij eventueele buiten werking stelling van den digestor, toch het vleeseh onschadelijk te kun nen maken. De onderstaande staten geven een overzicht van den 124 K W A L I T E I T. JAARWEDDE. A A A M. ]000.— 850.— 900.— 900.— 900.— 700.— 700.— 450.— 300.— 450.— f 1800.— 1050.— II. van Aken C. Robertson T. A. M. Kijntjcs M. Sjouke H. W. L. Das I. A. van den Berg A. P. de Bruijn N. de Jong tijdel. J. II. Ramkema M. M. Teeuwissc A. Overduiu H. Taal vee en vleeseh le keurmeester keurmeester keurmeester van de viseh

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 141