157
Met het onderwijs aan spraakgebrekkigen werd aan
vankelijk belast de heer P. van Lohuizen, die in 1902
plotseling- overleed.
Te zijner vervanging werd mejuffrouw .1. J. Boellaard
van Tuyll belast met het onderwijs aan spraakgebrek
kigen, dat ook in de school aan het Lamgroen werd
gegeven, terwijl de heer L. van Lier, onderwijzer aan
de openbare school aan de Van Ravesteynstraat werd
belast met dat onderwijs tuin leerlingen der scholen, in
de omgeving der Van Ravesteynstraat gelegen.
Mej. Boellaard van Tuyll vroeg in Augustus 1903
ontheven te worden van de haar verstrekte opdracht,
omdat zij zich in het huwelijk ging begeven.
voor achterlijken over een daarvoor geoefende leer
kracht te kunnen beschikken, werd de onderwijzer
M. A. van Praagh, werkzaam aan de openbare school
aan de Achter Raamstraat, in de gelegenheid gesteld,
zich met het onderwijs aan achterlijke kinderen ver
trouwd te maken. Met ingang van 20 November 1903
werd hem het onderwijs aan de toen gevormde tweede
klasse voor achterlijken opgedragen.
Op dien datum werd tevens de bestaande klasse van
de school aan het Lamgroen verplaatst naar een der
nieuwe lokalen in de school aan het Zieken, alwaar
ook voor de nieuw gevormde 2de klasse lokaliteit
beschikbaar was, terwijl het derde beschikbare lokaal
voorloopig tot speellokaal werd bestemd.
Bij de organisatie van het onderwijs aan achter
lijken, alsmede bij de regeling van dat aan spraak
gebrekkigen werden Burgemeester en Wethouders wel
willend bijgestaan door de hoeren Dr. A. O. H. Tellegen,
geneesheer alhier, C. W. Valken en J. L. Hooftman,
hoofden van openbare lagere scholen, die zich, op
hunne uitnoodiging, tot eene Commissie van advies
voor het bedoelde onderwijs onder voorzitterschap van
den wethouder Dr. J. Th. Mouton, vereenigden. De
heer Hooftman werd door deze Commissie als hare
Secretaris aangewezen.
Burgemeester en Wethouders meenen, dat een woord
van dank aan genoemde heeren voor hunne belange-
looze, zeer op prijs gestelde medewerking hier op zijn
plaats is.