171
Vanwege het Bestuur van Leeninrichting’' mochten
wij geene andere mededeeling ontvangen, dan dat de
toestand dier inrichting over het algemeen bevredigend is.
Haagsche Notarissen, terwijl in die van 31 Maart de
heer Peters sprak over de restauratie van de Grafelijke
Zalen op het Binnenhof.
Buitengewone bijeenkomsten vonden plaats op 29
Januari. 3, 4 en 30 November en 1 December.
In de eerste bijeenkomst sprak Dr. W. Martin over
Schilders, Schilderen en Schilderijen in de XVIIe eeuw:
in de tweede Mr. P. H. P. van Marie over den Haag
in den Franschen tijd en in de derde Mr. H. Graaf van
Hogendorp over den Haag in de revolutiedagen van 1813.
Van 16 Mei—21 Juni werd op „Buitenrust” aan den
Scheveningscheweg eene tentoonstelling gehouden van
schilderijen, aquarellen, prenten, enz., welke een beeld
gaven van de ontwikkeling van den Haag in de XlXe
eeuw. Deze tentoonstelling werd door meer dan 6200
betalende personen bezocht. Van den catalogus ver
scheen een derden druk, welke eveneens werd uit
verkocht.
Uitstapjes werden gemaakt naar Zutten, tot bijwoning
der vergadering van den Oudheidkundigen Bond en
naar Scheveningen tot bezichtiging der Havenwerken.
Het Letterkundig Genootschap Oefening kweekt Kennis” taXt,
blijkens het ons toegezonden verslag over het jaar
1902—1903 163 leden.
De rij der leesbeurten werd den 3en November 1902
geopend met eene lezing van Mej. A. G. de Leeuw7
(Geertruida Carelsen) uit Berlijn. Achtereenvolgens tra
den nog voor de leden van het Genootschap met voor
drachten enz. op de heeren P. H. Lamberts Jr. uit
Amsterdam, Dr. Ed. B. Koster van hier, H. van Kol
uit Prinsenhage, M. Uijtenhoudt en Mr. J. E. van Someren,
beiden uit Amsterdam, Dr. Joh. Dyserink van hier,
Dr. W. Vollgraff uit Athene, Joh. de Meester uit Rot
terdam, Dr. H. van Capelle van hier. Dr. B. van Rijs
wijk uit Dordrecht, terwijl de rij der sprekers werd
besloten door Dr. H. Brugmans, Secretaris van het
Genootschap.