12 so totale De bewijzen, dat deze maatregelen niet overbodig waren, zijn te vinden in het onderhavige diagram, dat duidelijk aangeeft dat, nadat gedurende de 3 laatste weken van Mei flink gespuid was en men, in de hoop dat het ongerief was weg genomen, weder de gewone dienst invoerde (zie de daling op het diagram), het ongerief van onzuiver water dadelijk weder te voorschijn trad, en moest weder met kracht worden gespuid, zoodat zooals het diagram ook aantoont het verbruik in de tweede week van Juni steeg tot meer dan 29000 M3 in een etmaal. Dit was echter nog niet voldoende en was men gedwongen om in het einde van Juni en in het begin van Juli weder het spuien ter hand te nemen, waarna eindelijk in zoover verbetering werd verkregen, dat men met den gewonen spui- ingsdienst kon volstaanen hiermede wordt nog op het huidige oogenblik voortgegaan. Het gevolg hiervan is geweest eene aanzienlijke toeneming van het verbruik, die volgens eene matige berekening is te schatten op ruim 200.000 M’. Bij de bovenbeschreven zeer ongunstige toestanden waren echter andere omstandigheden gunstig, doordien het vermogen van de prise d’eau krachtiger is dan ooit te voren, zoodat niet het minste gevaar ontstond voor watergebrek, maar voornamelijk omdat de beschikbare buizen van zeer goede qualiteit waren. Was zulks niet het geval geweest dan zou het, niettegen staande alle moeite, niet mogelijk zijn geweest om in som mige buurten van den Haag behoorlijk en drinkbaar water te leveren. Bijlagen 2 en 3. Deze diagrammen toonen eveneens duidelijk aan het bovenvermelde verlies van water, waardoor het gemiddelde etmaalverbruik steeg van 18.300 tot 19.000 M3 82 83 L. (per hoofd. 6.700.000 tot (6.948.000 M3 terwijl alle gegevens voorhanden waren om eene vermindering en niet eene vermeerdering te verwachten. Bijlagen 4 en 5. Be graphische voorstelling van de water standen wijzen op eene algemeene rijzing van het peil in de prise d'eau, hetgeen daarom des te meer opmerking verdient, omdat deze rijzing plaats heeft bij eene afpomping ten be hoeve van het verbruik van bijna 7.000.000 M3. ’s-G r a v e n h a g e, De Directeur, April 1904. Theodor Stang. en VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 262