12 32 B. Bacteriologisch onderzoek. 1902 1620 239 1900 1654 167 1903 15 9 1903 715 197 1900 52 14 1901 755 214 1902 1901 1900 1902 33 8 1901 39 21 Vergelijken wij dit met het resultaat der laatste jaren, dan zien wij, dat deze cijfers respectievelijk waren: in het jaar niet-vervloeiende vervloeiende Het ongeflltreerde water der filters bevatte gemiddeld: 543 niet-vervloeiende en 133 vervloeiende koloniën per 1 cM3 tegenover 1088 niet-vervloeiende en 130 vervloeiende in en 463 133 - 2521 478 Het gefiltreerde water der filters, zoowel als het water der stadsleiding, bevatte'dit jaar een buitengewoon gering aantal bacteriën n 1. Het gefiltreerde water der filters bevatte in het jaar niet-vervloeiende vervloeiende Het water der duinwaterleiding werd dit jaar 10 malen bacteriologisch onderzocht. Evenals voorgaande jaren werd nu ook weder een gemid delde berekend. Het gemiddelde aantal bacteriën in het open kanaal heeft dit jaar bedragen: 5500 niet- vervloeiende en 637 vervloeiende koloniën per 1 cM’; Dit cijfer 5500 is hooger dan het nog ooit gevonden is, maar wanneer wij de cijfers der verschillende onderzoekingen raadplegen, dan blijkt het, dat dit hooge gemiddelde cijfer alleen ontstaan is door het onderzoek van 19 Juni 1903, bij welke gelegenheid het buitengewoon groot aantal van 43784 niet-vervloeiende en 4160 vervloeiende koloniën per 1 cM’ gevonden werd. Daar dit eene onderzoek als een uitzonderingsgeval moet worden beschouwd, hebben wij het noodig gevonden ook een gemiddeld cijfer te bepalen, waarbij het resultaat van dat uitzonderingsgeval werd weggelaten. Het gemiddelde cijfer wordt dan voor het open kanaal 715 niet-vervloeiende en 197 vervloeiende per 1 cM3. VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 276