12
Dr. R. de Josselin de Jong.
33
1903
9
4
Dr. R. de Josselin de Jong.
Dr. B. P. B. Plantenga.
1900
41
8
1902 J.901
14 (70) 82
7 (11) 17
P.S. Hierbij zij nog opgemerkt, dat het buitengewoon groot
aantal bacteriën, dat bij het onderzoek op den 19den Juni in
het openkanaal gevonden is, daaraan geweten moet worden,
dat toen voor het onderzoek het water in het openkanaal
genomen werd op een plaats, waar door mindere circulatie
eenige ophooping van vuil of bacteriën verwacht kon worden.
Bij andere onderzoekingen, waar het water midden in het
kanaal genomen werd,is dit buitengewoon groot aantal bacteriën
niet meer gevonden.
Ten slotte is het zeer gering aantal bacteriën, dat steeds
in het gefiltreerde, zoowel als in het leidingwater gevonden
is, een afdoend bewijs er voor, dat een dergelijke tijdelijke
en plaatselijke ophooping van bacteriën in het water van het
openkanaal niet van invloed is op de deugdelijkheid van het
drinkwater.
Het leidingwater bevatte
in het jaar
niet-vervloeiende
vervloeiende
Er is dus beslist in de laatste jaren een daling van het
aantal bacteriën, zoowel in het gefiltreerde water der filters,
als vooral ook in het water der stadsleiding waar te nemen.
Een gemiddeld cijfer van 9 4 13 bacteriën per 1 cM3
in leidingwater is zeker wel als een buitengewoon goed
resultaat der filtratie te beschouwen, vooral als men daar
het betrekkelijk groot aantal bacteriën in het open kanaal of
het ongefiltreerde water tegenover stelt.
Het hoogste cijfer was nog slechts 22 -}- 10 32 bacte
riën het laagste cijfer is 4 -f- 2 6.
De ongeveer gelijke verhouding van niet-vervloeiende en
vervloeiende bacteriën van de gemiddelden der onderzoekingen
toont tevens de gelijkmatigheid der filterwerking aan en een
ongeveer constant zijn van de mate der ontwikkeling van
beide bacteriënsoorten in het water.
Sprank B kon dit jaar niet onderzocht worden, daar de
uitmonding niet te bereiken was.
Evenals de vorige jaren vindt men in de als Bijlage III
hierbij overgelegde Tabel, het gemiddelde aantal bacteriën
vermeld.
Ten slotte moet worden opgemerkt, dat het water der
’s-Gravenhaagsche duinwaterleiding in het jaar 1903 steeds
rijkelijk gevloeid heeft.
Den Haag, 8 Febr. 1904.
DUINWATERLEIDING
VERSLAG DER