14 5 Voorop stond bij mijn bezoek steeds het onderzoek naar bestaande lichaams- en zielsgebreken onder de leerlingen, waarbij die der zintuigen eene voorname plaats innamen en in alle gevallen, waarin eene eenigszins belangrijke afwijking in vorm of functie zich voordeed of mocht worden onder steld, heb ik aangedrongen op een speciaal onderzoek door den huisarts of op een der hier in aantal bestaande poli klinieken. Bij elke herhaling van mijn bezoek was het mijn streven om nauwkeurig te vernemen, welk resultaat dat onderzoek had opgeleverd en of eene consequent doorgevoerde genees kundige behandeling het gevolg was geweest van de verwijzing naar den geneesheer. Slechts een deel der ouders geven zich echter de moeite om aan het hoofd der school de resultaten van dit genees kundig onderzoek, de gevolgde behandeling, de vereischte duur en het te verwachten gevolg daarvan mede te deelen, en telkens staat de schoolarts weer voor het feit, dat hij zijne inlichtingen op deze punten moet putten uit hetgeen de kinderen zelve daarvan kunnen of gelieven te vertellen. Wie nu eenige jaren de schooljeugd onder deze omstan digheden heeft gadegeslagen, maakt in ruime mate kennis met de begrensdheid van het kinderlijke brein om op de eenvoudigste vragen een min of meer bevredigend antwoord te geven. Wanneer men daarbij ziet, dat de leerling zelf of zpne ouders niet zelden de door den arts voorgestelde behandeling verzuimen, dan doet men wel eens meer dan gewenscht is, de ervaring op, dat het kind ter gelegener tijd niet afkeerig is van het geven van ontwijkende antwoorden, zich van den domme houdt of zelfs voor onwaarheden niet terugdeinst. Dit een en ander en een aantal zaken meer, die de school arts op zijn weg ontmoet, leeren hem overvloediglijk, dat de school is een terrein, vol van hindernissen, en niet zonder eenige verbazing merkt hij telkens weer, dat die hindernissen eene zoo schaarsche bespreking vinden in de vaak optimis tische verslagen en beschouwingen van werkelijke school artsen en schoolartsen in spe. Behalve op den gezondheidstoestand der leerlingen, heb ik niet verzuimd te letten op den toestand en inrichting der schoolgebouwen, de verlichting, de ventilatie enz. De nieuwste scholen beantwoorden in vele, zoo niet in alle opzichten aan de eischen, die men redelijkerwijze aan deze uit een gezondheidsoogpunt mag stellen. Wat de ventilatie betreft, is mijne meening, dat van elk der ventilatiemiddelen, op de scholen alhier toegepast, eene werking ten goede kan worden verkregen, wanneer van den TER BESTRIJDING DER CHOLERA. ...'Ife..

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 295