19
38
HOOFDSTUK VIL
4558 lichten
141
gaatjes-glazen.
3535
3
Zoodat aanwezig zijn
Waarvan in den winter niet werden ontstoken
Op 31 December was dus het aantal
3
4
met gaatjes-
glazen.
Blijkens het verslag over 1902 werden op
1 Januari 1903 ontstoken
Van de lantaarns, behoorende tot de Zomer-
verlichting te Scheveningen, werden ontstoken
bij de opening van het badseizoen
In den loop van 1903 werd de verlichting
uitgebreid met
‘24
1
4 Lucaslichten.
Alle branders zyn, elke pit voor zich, van een daglicht
(aan steek vlam) voorzien, behalve 19 groepenbranders, die door
ééne aansteekvlam worden ontstoken.
In 1903 is het aantal gasgloeilichtbranders met 537 stuks
uitgebreid, het aantal pitten met 541.
In den zomer waren te Scheveningen bovendien nog 141
gasgloeilichtbranders opgesteld, waarvan aan het einde van
het badseizoen 120 werden afgenomen.
Deze branders waren alle voorzien van gaatjes-glazen.
De branders werden geplaatst in zeskante lantaarns, model
Victoria, en in goed dichtgemaakte vierkante lantaarns,
voorzien van geëmailleerd ijzeren reflectors met schoorsteenen
en van porceleinen reflectors in geëmailleerd ijzeren ramen,
welke geleverd werden resp. door W. Lasterie te Wageningen
en Carl Gautzsch te Amsterdam.
Tevens weid voortgegaan met het aanbrengen van gas
gloeilichtbranders in beugels (springsuspension frames) op
plaatsen waar daartoe aanleiding bestond.
Gloeikousjes zyn geleverd door de firma’s
Kindermans gasgloeilicht möAbr. van der Schuyt te
AmsterdamA. M. de Blauw Co. te ’s-Gravenhage) merk
Cerofirm) en W. H. Scheffer Co. te ’s-Gravenhage (merk Elite).
De kwaliteit der kousjes was over het algemeen goed te
noemen.
4831 lichten
120
4711 lichten
Onder dit cijfer zijn begrepen 3731 gasgloeilichten met
3828 pitten, en wel:
121 branders met model C. 94 kommen van gewoon 'glas.
3535 gaatjes-glazen.
46 groepenbranders elk met 2 pitten
‘24 r n 3
Publieke Verlichting.
132
VERSLAG DEI? GEMEEXTEG ASFABRIEK.