I
I
1$)
I
36
I
HOOFDSTUK VIII.
Gasverlies.
Op den Isten Januari 1903 bevond zich in
de gashouders
Door de fabrieksgasmeters werd aangegeven
als gemaakt in dit jaar
Overbrmgen
29.635.181
29.670.131 M;
34.950 M3
Eveneens restitueerde de gemeente de kosten van onder
houd van het materieel der publieke verlichting ten bedrage
van f 30.296,92 met inbegrip der magazijngoederen, die van
het ontsteken en blusschen der lichten ten bedrage van
f 47.823,28 (w. o. f 620.— voor kosten van het schoonhouden
der wachtlokalen en het beloonen der reserve controleurs),
de jaarwedden der controleurs ten bedrage van f2499,84 het
onderhoud en gebruik van wachtlokalen der lantaarnopstekers
ten bedrage van f 1250 te zamen derhalve een som van
f 81.870,04.
De openbare verlichting kwam dus de gemeente te staan
op 10,216 cent den M’.
Per pit (het aantal pitten gerekend op 4831 werd gemid
deld betaald f 41,06.
De kosten van uitbreiding van het materieel der publieke
verlichting, die door de gasfabriek gedragen worden, hebben,
met inbegrip der magazyngoederen, f 6457,17s bedragen.
In deze kosten zijn begrepen f 2028,75 voor aanschaffing
van 537 gloeilichtbranders totaal 541 pitten en f 430 voor
veranderingen van lantaarns en het opstellen der branders.
In het cijfer voor het onderhoud van het materieel der
publieke verlichting zyn de kosten voor het vervangen van
kousjes, glazen, enz. opgenomen.
Over het geheele jaar gerekend hebben deze kosten
f 7608,48 bedragen, waarby voor arbeidsloon voor het uit
gloeien van kousjes, enz. f 4120,58 moet worden gevoegd.
De publieke verlichting heeft dit jaar 1.941.960 M3 gas
gebruikt tegen 2.027.516 M3 in 1902, eene vermindering dus
van 85.556 M’ of 4,22 pCt.
Per inwoner heeft dit verbruik 8,58 M3 bedragen tegen
9.25 M3 in het vorige jaar.
Onder bijlage II komt onder meer voor het jaarlijksch gas
verbruik voor de openbare verlichting sedert het begin der
exploitatie door de gemeente.
VERSLAG DER GEMEEXTBGASFABRIEK.