By lage 20
VERSLAG van het openbaar en bijzonder Lager Onderwijs.
1. Algemeene beschouwingen.
Het aantal openbare lagere scholen is sedert het laatste
jaarverslag met 2 toegenomen, t.w.de tydelijk in de hulp-
scholen aan de Teniersstraat en de Jan van Gojenstraat
geplaatste, onder leiding van den heer G. Smelt staande
lagere school der tweede klasse, welke nog aan het einde
van 1902 in werking trad, en eene nieuwe lagere school,
eveneens der tweede klasse, te Scheveningen. De gemeente
telde derhalve aan het eind van 1903 54 openbare lagere scholen.
Ook het aantal bijzondere scholen werd vermeerderd en
wel met 1, zoodat dit thans tot 61 is gestegen. Twee kleinere
bijzondere scholen werden in den loop des jaars opgeheven.
Daartegenover is echter in de lijst van bijzondere scholen
opgenomen de voorbereidende cursus onder leiding van
den heer J. Visscher Jr. als hoofd, welke verbonden is aan
het instituut voor middelbaar vakonderwijs van den heer
F. Tijmstra. Bovendien werd aan het einde des jaars aan
de Mariastraat eene nieuwTe school door de Vereeniging van
den Heiligen Vincentius van Paulo in gebruik genomen en
werd de Elout van Soeterwoudeschool. gelegen aan de ver
lengde Daguerrestraat, geopend.
Deze uitbreiding van het aantal onderwijsinrichtingen wijst
reeds op de gestadige toeneming van het geheele leerlingen
tal. Het aantal kinderen, de openbare school bezoekende,
nam in het afgeloopen jaar met 739 toe, 327 jongens en
412 meisjes; eveneens steeg het aantal leerlingen, die het
bijzonder onderwijs volgen, en wel met 222, waarvan 187
jongens en 35 meisjes.
De werking van de nieuwe schoolgeldheffing op de open
bare scholen is door de Commissie nogmaals nauwkeurig
nagegaan. Toegezien is, dat de cyfers betreffende het aantal
kosteloos onderwezen kinderen op de verschillende scholen
den toestand zóó juist mogelijk weergeven. Daardoor ver-
moedeRjk is het aantal kosteloos onderwrezenen op de
openbare scholen in de volgende tabel beduidend minder dan
in het vorige jaar, tot welk verschynsel ook medew’erkt de
omstandigheid, dat sedert de invoering van de schoolgeld
heffing geleidelijk het aantal leerlingen, voor wie werd
betaald, is toegenomen. Het aantal dergenen, die zonder be
taling van schoolgeld op bijzondere scholen onderwijs genoten,
steeg in verhouding tot de totale vermeerdering van het
leerlingental dier scholen niet onbelangrijk.
f
(1) Vermits in de statistiek, achter dit verslag afgedrukt, de jongste cijfers den
toestand op 15 October 1903 weergeven, zyn de laatstbedoelde twee scholen, na
dien datum geopend, daarin nog niet opgenomen.