20
de vraag, of vroegere toestanden niet de oorzaak zijn, dat
er van eigenlijk herhalingsonderwijs nog zoo weinig sprake
kan zijn en of het niet beter zal worden, wanneer de leer
plichtwet wat langer heeft gewerkt.
Aan de beantwoording van die vraag hebben wij echter
niets. De herhalingsscholen zijn voorgeschreven, zij bestaan
en nu moet o. i. naar middelen worden gezocht om het be
zoeken er van meer algemeen te doen zijn.
Sommige hoofden van scholen meenden, dat er verande
ring zou kunnen gebracht worden in de wijze van aangifte
der leerlingen. Vóór den aanvang van den cursus 1902-1903
waren den hoofden van gemeentewege circulaires verstrekt
om die uit te deelen. Men meende, dat deze maatregel, bij
het begin van de nieuwe regeling aangewend, van biijven-
den aard had moeten zyn. Anderen wilden liever, dat de
leerlingen zich rechtstreeks konden aanmelden bij het hoofd
der school. Ook werd beweerd, dat er gedurende den tijd,
tusschen de twee cursussen, aanraking moest blijven tus-
schen de onderwijzers en de leerlingen. Een hoofd van eene
meisjesschool was van meening, dat, als de cursus gedurende
de zomermaanden werd voortgezet, al ware het maar met
twee uren per week, het doel bereikt zou worden. In de
twee scholen D is reeds in dien zin gehandeld. Daar toch is
de cursus in zooverre voortgezet, dat den geheelen zomer
door één uur per week onderwijs werd gegeven in de Fran-
sche taal. Een ander wilde de jongens vooral in de gelegen
heid gesteld zien, dat zij ook in den zomer geregeld gebruik
konden maken van de bibliotheek.
Wij geven die meeningen hier weer, omdat zij antwoor
den zijn op onze vragen aan de hoofden en onderwijzers
gesteld in zake het geringe bezoek der herhalingsscholen en
als een bewijs, dat wij gaarne middelen zagen aangewend
om het herhalingsonderwijs, waaraan het Gemeentebestuur
met de bekende welwillendheid zooveel kosten besteedt, meer
vruchtdragend te maken voor velen.
Wij noemden het woord „bibliotheek” en spraken van de
bekende mildheid van het Gemeentebestuur betreffende het
onderwijs. Welnu, het trof ons, dat sommige hoofden in het
genot van eene toelage voor de bibliotheek waren gesteld,
andere van het beschikbaar stellen daarvan niet hadden
gehoord. Was den laatsten de bekende mildheid van het
Gemeentebestuur niet bekend? Zeer zeker zoude ook hunne
aanvrage om geld voor dat doel zijn toegestaan, maar het
ware toch verkieslijk, dat dergelijke gunstige beschikkingen
te gelijkertijd werden medegedeeld, aan alle hoofden van de
openbare herhalingsscholen. Wij brengen dit in het midden,
omdat van de bibliotheek een dankbaar en nuttig gebruik
20
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.