i 20 6 De Commissie van Toezicht op de Gemeentel, bewaarscholen, F. Duiker, Secr. H. J. van der Kraan. middags 9 tot ’s namiddags 3 uur. Dat is te lang en te ver moeiend. Bovendien moeten de kinderen bij ongunstig weder in de lokalen blijven. Voor de kinderen is die tijd zeker te lang en de lokalen kunnen tusschen de schooltijden niet eens flink gelucht worden. Verandering komt de commissie zeer wenschelijk voor. In de derde plaats moet zij met verwijzing naar de absente onder het personeel komen op eene werkkracht in de bewaar scholen, die hoewel onbezoldigd, toch vele diensten moet verrichten. Het is de volontair. Van deze kracht wordt veel gevorderd. Twee kweekelingen is te weinig, vier voor elke school voldoende. Is er dus geen van het personeel absent dan verricht de volontair den dienst van een kweekeling, is er iemand absent dan doet ze dienst voor twee. Ze wordt gebruikt voor velerlei, maar niet anders beloond, dan dat ze na verloop van een paar jaar misschien kan aangesteld worden als kweekeling. Gaarne zag de commissie den wensch der hoofden en van den directeur der Opleidingsklasse ver vuld, dat n.l. het aantal kweekelingen voor elke school van twee op vier werd gebracht. Of bevordering van de belangen der werkvrouwen (help sters) aan de gemeentelijke bewaarscholen ook op den weg der commissie ligt, weet ze niet. Mocht dit het geval zijn, dan zou ze durven pleiten voor eene verhooging der ver diensten dezer vrouwen, daar ze bij meer werk minder loon ontvangen dan de werkvrouwen aan de lagere scholen. J. W. DE JüNGH.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 513