22 3 a Waarschuwingen. In aansluiting met bovengenoemde ver zuimen werden 47 schriftelijke waarschuwingen verzonden, waaronder ook aan de niet verschenen vaders, om ook deze op de hoogte van het geval te houden. Relatief verzuim. Betreffende relatief verzuim werden 64 oproepingen verzonden, waarvan 3 als onbestelbaar werden terugbezorgd. Van de overige 61 gevallen gaven 33 personen aan de oproeping gehoor. Meestal verschenen de moeders, in 10 gevallen de vaders, 1 maal de grootmoeder, die zich met de opvoeding van het kind belast had, 1 maal wederom een zusje met een verontschuldigend briefje van vader, terwijl men een enkele maal bij huisbezoek te hooren kreeg, ..dat vader liever een jaarlang in het spinnes zat dan voor de vergadering te verschijnen.” Oorzaken der verzuimen. Armoede en Huisarbeid werden als reden van het verzuim opgegeven in 22 gevallen. 3 daarvan vonden hun oorzaak in armoede, voornamelijk gebrek aan kleeding en schoeisel, terwijl in de overige gevallen de kinderen tot hulp moesten dienen van ziekelijke moeders, meermalen nog op de kleintjes moesten passen als moeder uit werken ging, of ook wel vader bij het werk behulp zaam zijn. Spijbelen en onwil werd geconstateerd in 11 gevallen. Het denkbeeld van .dat vrije volk zjjn wij”, schijnt diepen wortel geschoten te hebben in deze jeugdige harten, en de ouders staan er machteloos tegenover. Bij één dier kinderen was het spijbelen voornamelijk toe te schrijven aan doofheid en gebrekkig gezichtsvermogen, waardoor zij het onderwijs moeilijk kon volgen. Eén leerling was bij de behandeling van het geval reeds als niet meer leerplichtig van de school afgeschreven. Ziekte zonder kennisgave aan het hoofd der school werd als reden van het verzuim opgegeven in 7 gevallen. Slechts in 2 gevallen kon de waarheid hiervan bewezen worden. Aan de ouders te wijten verzuimen kwamen voor in 14 ge vallen. In 4 van deze gevallen meenden de ouders, dat hunne kinderen reeds voldoende onderwijs hadden genoten. Gebrek aan toezicht was echter nog vaker reden van het verzuim. te volgen, terwijl één der kinderen reeds werkzaam was op de ’s-Gravenhaagsche tapijt-fabriek. Van 2 gevallen was bij de Commissie nog geen bericht aangaande de plaatsing der kinderen ingekomen. f (le Afd.) VERSL. V. D. COMM. T. WERING V. SCHOOL VERZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 528