h I I 09 Onder dit getal waren er 25 wegens absoluut verzuim, van welke er echter 18 niet zijn opgeroepen, omdat na vooraf ingesteld onderzoek bleek, dat de kinderen öf reeds ter school gingen, öf waren ingeschreven op bijzondere scholen, öf de ouders de stad met der woon hadden ver laten. Van de 7 wegens absoluut verzuim opgeroepenen had het verzuim plaats: 2 tengevolge afschrijving wegens wanbetaling; 1 zijnde een gebrekkig kind; 1 wegens gemoedsbezwaren tegen de vaccinatie; 1 wegens onwil van den vader 2 wegens een abuis in den ouderdom. 6 dezer kinderen zijn dadelijk geplaatst, terwijl de ouders van het gebrekkige kind een jaar uitstel hebben aangevraagd. Ambtshalve inschrijving had niet plaats. Van de 188 wegens relatief schoolverzuim opgeroepen personen verschenen er 96 niet, 92 wel voor de commissie. De niet-verschenen personen ontvingen eene schriftelijke waarschuwing, terwijl de opgekomen opgeroepenen (meestal de moeders der verzuimende kinderen) van den voorzitter na ondervraging eene ernstige terechtwijzing of den noodigen goeden raad ontvingen. De commissie zorgde er steeds voor door een vooraf dooi de leden ingesteld onderzoek op de hoogte te zijn van de vermoedelijke redenen voor het schoolverzuim, zoodat de opgeroepenen bij het verbloemen op hun onwaarheidspreken werden opmerkzaam gemaakt. Onder de opgegeven redenen voor het schoolverzuim domineeren weder spijbelen, slordigheid en onverschilligheid der ouders; huiselijk werk, vooral door meisjes van 11—13 jaren, als moeder ziek of uit werken isgebrek aan schoeisel en kleeding; de zucht der ouders om de kinderen vóór hun 13e jaar al iets te doen verdienen; ziekelijkheid of onwil der kinderen, enz. Lettende op het minder aantal opgeroepenen dan ten vorigen jare, vermeent de commissie de overtuiging te mogen uitspreken, dat de leerplichtwet een meer gunstigen invloed begint uit te oefenen. Zij blijft evenwel wijzen op den te langen tijd die er verloopt tusschen het gepleegde verzuim en de gerechtelijke vervolging. De commissie brengt haren dank aan de hoofden van openbare en bijzondere scholen voor de bereidwilligheid waarmede zij steeds de gevraagde inlichtingen gaven. Daar het de aandacht trekt, dat gedurende de schooluren langs de buitenwegen der stad zooveel kinderen rondzwerven, die vrij zeker tot de spy belaars behooren, vraagt de commisie 14 J (4e A fei l VERSL. V. D. COMM. T. WKRING V. SCHOOLVERZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 539