22
Aldus vastgesteld in de zitting van 28 Januari 1904.
Namens _dc Commissie der 4e Afdeeling,
W. J. Th. Kouwenhoven, Voorzitter.
M. J. Gillissen, Secretaris.
of door de openbare macht den maatregel niet kan worden
toegepast, voorgeschreven in art. 29 der Leerplichtwet, nl.
aan de politieagenten op te dragen, die straatloopers te
ondervragen en zoo noodig naar hunne scholen te geleiden,
ten einde zoodoende er eenigen schrik in te brengen en de
ouders, die er dikwijls onwetend van of onmachtig tegen
zijn, te helpen in de bestrijding van dit kwaad in hunne
kinderen.
Door de leden dezer afdeeling wordt den wensch uitge
sproken, dat door Uwen Raad aan het lidmaatschap der
commissie een billijk presentiegeld worde verbonden, daar
de leden van verscheidene afdeelingen door het groot aantal
oproepingen veel tijd moeten ten beste geven tot het bij
wonen der soms langdurige zittingen en vooral ten einde
de noodige inlichtingen naar de oorzaken van het school
verzuim in te winnen.
15
(4e Afd.) VERSL. V. D. COMM. T. WERING V. SCHOOLVERZ.