22
VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tot
Wering van Schoolverzuim in de 6e Afdeeling
over het jaar 1903.
De Commissie hield in het afgeloopen jaar 16 vergade
ringen, allen op de daartoe vastgestelde Donderdagen;
8 vergaderingen werden bij het ontbreken van werkzaam
heden niet uitgeschreven.
De samenstelling der Commissie onderging geen veran
dering.
De heer T. M. J. A. Ottes, die van hare instelling af der
Commissie als Secretaris terzijde stond, meende uit hoofde
van drukke bezigheden zijn mandaat te moeten neerleggen.
Zijn besluit eerbiedigende aanvaardde de Commissie het
ontslag onder dankzegging aan den aftredenden titularis
voor hetgeen hij in zijne functie in het belang van onder
wijs en jeugd had verricht
In de vergadering van 8 Januari 1903 werd, met ingang
van 23 Januari d. a. v., tot Secretaris benoemd de heer G. van
Meeuwen. In de vergadering van 24 April 1903 werden de
periodiek aftredende Voorzitter en Secretaris herbenoemd.
Een aanzienlijk gedeelte van het jaar moest de Commissie
de leiding van haren Voorzitter, den heer Van Hoogstraten,
ontberen. Vorderde zijn gezondheidstoestand aanvankelijk,
dat de heer Van Hoogstraten in den zomer drie maanden
buitenslands vertoefde, na te zijn teruggekeerd verscheen
hij nog slechts éénmaal in haar midden, om gedurende het
verdere deel des jaars aan het ziekbed gekluisterd te blijven.
Tengevolge van kennisgevingen van Heeren Schoolopzieners
werden 35 personen opgeroepen, om voor de Commissie te
verschijnen. (In 1902 bedroeg het aantal opgeroepenen 24).
18 opgeroepenen gaven aan de oproeping geen gehoor.
Van de overigen verschenen in
10 gevallen de vader of de moeder-voogdes
6 de moeder in plaats van den vader;
1 geval een broeder van het verzuimend kind in plaats
van den vader.
In één der gevallen werd, nadat de vader opgeroepen,
doch niet verschenen was, op verzoek van den Schoolop
ziener de moeder opgeroepen, omdat deze, naar de Commissie
gebleken was, het schoolverzuim in de hand werkte.