f
L
1
L»
's-Gravenhage, 1 October 1903.
.Bij de plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen
van Middelbaar Onderwijs alhier is de vraag gerezen, of de
aard van het onderwijs aan de Hoogere Burgerschool voor
meisjes alhier en het met dat onderwijs beoogde doel by
voortduring in overeenstemming zyn met de behoeften en
inzichten van dat deel der ingezetenen van 's-Gravenhage,
wier kinderen voor het bezoeken dier school in den regel in
aanmerking komen.
„Alvorens dienaangaande eventueel voorstellen te doen aan
het Bestuur der Gemeente, zoude de Commissie het op prijs
stellen omtrent de gestelde vraag de meening te leeren
kennen van de ouders of voogden der leerlingen, die gedurende
de laatste 5 jaren de school bezochten.
„Ingevolge opdracht der Commissie heb ik mitsdien de
eer U uit te noodigen, de beide hieronder gestelde vragen
volgens Uwe inzichten te willen beantwoorden. U gelieve
Uwe beschouwingen zoo mogelyk vóór 1 November a.s. te
willen toezenden aan het lid-Secretaris der Commissie van
Toezicht, Mr. .1. H. Andries, Alhier."
De Directrice der H. B. S. voor meisjes,
(get.) A. S. C. ten Hoet.
voor meisjes. Het van jaar tot jaar toenemend aantal vrouwe
lijke leerlingen aan de scholen B 1 en B 11 en A doet vermoeden,
dat door het nemen van dezen maatregel in eene behoefte
werd voorzien. Voor die talrijke ouders of voogden echter,
die nog voor hunne dochters of pupillen de voorkeur geven
aan eene meisjesschool, boven die met eene gemengde be
volking was de maatregel niet bruikbaar; voor die leerlingen
zoude eene ingrijpende wyziging der H. B. S. voor meisjes
wenschelyk kunnen zijn
Ten einde zich daaromtrent te vergewissen, oordeelde de
Commissie het wenschelyk. de meening te leeren kennen
van de onmiddellijk belanghebbenden, namelijk de ouders der
schoolgaande kinderen. Op hare uitnoodiging werd door de
Directrice der school tot de ouders der leerlingen, die gedurende
de laatste 5 jaren de school bezochten, het volgende schrijven
gericht.
„Vraag I.
„Beantwoorden de aard van het onderwijs aan de H. B. S.
voor meisjes alhier en het doel, dat men met dat onderwijs
tracht te bereiken, aan Uwe inzichten en wehschen ten op
zichte eener Middelbare School voor meisjes in deze Gemeente?
„Vraag II.
„Zoo neen, welke wijzigingen of verbeteringen komen U
wenschelyk voor?”
1
■i
11»
VERSI.AG OMTRENT HET MIDDEEB. ONDERWIJS.