25
na afloop van den wintercursus, in een der lokalen het werk
der leerlingen te bezichtigen. Tot groote voldoening dier
leden heeft deze tentoonstelling inderdaad plaats gehad.
Aan den leeraar in het werktuigkundig teekenen H. Kooper
werd, op zijn verzoek, met ingang van 1 October 1903, om
gezondheidsredenen, een langdurig verlof uit zyne betrekking
verleend. In zyne plaats is als tijdelijk leeraar benoemd de
heer S. A. Cramer, gewezen machine-constructeur aan de
Nederlandsche fabriek van werktuigen en spoorweg-materieel
te Amsterdam en leeraar aan de Ambachtsschool alhier.
In de plaats van den leeraar Kapitz, die van het onderwijs
in bouwkundig teekenen aan den winteravondcursus ont
heven wenschte te worden, werd met ingang van 1 October
1903 de bouwkundige P. L Wijndels de Jongh benoemd. De
leeraar Mondt, die eveneens als zoodanig eervol ontslagen
wenschte te worden, werd opgevolgd door den heer M. Pohl.
oud-leerling der Academie, werkzaam aan den constructie-
winkel te Delft.
Met ingang van 1 October 1902 benoemde de Raad van
Bestuur: 1“. tot leeraar in het stilleven-teekenen, den heer
W. A. Grondhout, oud-leerling onzer instelling en tevens in
het bezit van de acte M' Middelbaar Onderwijs; 2". tot leeraar
in de doorzichtkunde aan den dagcursus Middelbaar Onder
wys en tot leeraar in het wandplaatteekenen aan den win
teravondcursus den heer F. W. van der Ilaagen, oud-leerling
en insgelijks in het bezit van ovengenoemde acte.
In de plaats van den heer Loran, die, door drukke oezig
heden daartoe gedwongen, met 1 October 1902 zijn eervol
ontslag verzocht en gekregen had, werd de heer D. I. Tiemens,
bouwkundig gemeente-opzichter alhier, benoemd.
Op de Algemeene Vergadering van leden, op Maandag
23 September jl. gehouden, werden de volgens het Reglement i
aftredende Bestuursleden Mr. W. .1. Snouck Hurgronje,
Bisschop, H. P. Mutters Jr. en C. H. Peters by acclamatie
herkozen.
Van het steeds inkrimpend aantal leden der Academie, dat I
op 1 October 1902, 94 bedroeg, verloor de Academie er 9
zoo door den dood als door andere redenen, zoodat er nu j
nog slechts 85 overblijven.
Ondanks verschillende pogingen om stadgenooten het lid-
maatschap te doen aanvaarden, ziet men jaarlijks het aantal
leden minderen.
Tegenover die mindere belangstelling acht zich de Raad
van Bestuur gelukkig, dat de Koninklijke Beschermvrouw 1
■der Academie zulk een blijk Harer hooge ingenomenheid i
met onze inrichting gaf, door op 21 September jl. geheel l
o
VERSLAG ACADEMIE: VAN BEELDENDE KI NSTEN.