25
4
lingen. De schilderklasse bestond uit 34 vrouwelfike en 14
mannelyke leerlingen de wintercursus Middelbaar Onderwijs
werd door 73 vrouwelijke en 27 mannelijke leerlingen ge
volgd in den zomercursus Middelbaar Onderwijs was deze
afdeeling uit 77 vrouwelijke en 30 mannelijke leerlingen
samengesteld.
Aan den dagcursus in kunstnijverheidsvakken namen van
October tot April 29 mannelijke en 8 vrouwelijke leerlingen
deel; voor den zomercursus wijzigde zich dit aantal in 17
mannelijke en 6 vrouwelijke leerlingen. De nanriddagcursus
in handteekenen op Woensdag en Zaterdag wist slechts 17
vrouwelijke en 3 mannelijke leerlingen te vereenigen. Daar
verscheidene ouders den wensch te kennen hadden gegeven,
dat er ook voor deze klasse halfjaarlijksche kaarten voor f 15
te verkrijgen zouden zijn, heeft de Raad van Bestuur, met
ingang van 1 October 1903, ook zoodanige halfjaarlijksche
kaarten beschikbaar gesteld. Zeer te verwonderen blijft het
overigens, dat eene klasse, die destijds op aandrang van tal
van ouders opgericht, aanvankelijk uit een aantal van 60tot
70 leerlingen bestaande, groeide en bloeide, van lieverlede
zóó in aantal gedaald is.
De zomerochtendcursus bevatte 29 leerlingen. By den namid-
dagcursus van Woensdag en Zaterdag voegden zich toen nog
vier nieuwe leerlingen met eene halfjaarlijksche kaart van f 15.
Voegt men het cijfer van 29 leerlingen, die den zomer
ochtendcursus bezochten, bij dat van den wintercursus 794.
dan verkrijgt men 823 leerlingen, die in het nu gesloten
Academiejaar de lessen volgden.
In de 1« klasse van Afdeeling A. (Bouwkundige teekenaars
en Timmerlieden) werd aan 164 aanvangers onderwas ge
geven in de 2® en 3® klasse aan 91 leerlingenin de 4® en
5® aan 46; in de 6*’aan 21 en in de 7® aan 20 leerlingen.
Aan het wandplaatteekenen werd in de 1® kiasse door 170
leerlingen deelgenomen; in de 2® door 62 leerlingen, in de
2®, 8® en 4® (Afd. D meubel- en lijstenmakers), E (stoffeerders
en behangers), F (decoratie- en huisschilders), G (plateel- en
porceleinschilders), K (kunstschilders enz.) werd vakteeken-
onderwys aan 170 leerlingen verstrekt. Naar ornament- en
stilleven werd door 28 leerlingen geteekend; naar het Frag-
ment-pleister oefenden zich 17 leerlingen. In de hoogste
klasse van het vakteekenen (Afdeelingen A. D. E. F. G. K. M. N.|
waren 86 leerlingen opgenomen. Naar het groot antiek Pleis
terbeeld oefenden zich 22 leerlingen. Aan het teekenen naar
het ongekleed model namen 15 leerlingen deel.
Het boetseeren van ornament werd door 33 leerlingen be
oefend; 10 mannelijke en 14 vrouwelijke leerlingen boetseer
den naar figuur.
VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.