44 door G. Fieret Pzn. van ongeveer 6.34 M2. grond vóór perceel Pronkstraat no. 36: uitmakende eene gezamenlijke opper vlakte van ongeveer vijf aren, acht en vijftig centiaren, achtien vierkante deci meters. In erfpacht werden uitgegeven: aan de „Exploitatie-Maatschappij Scheve- ningen”, gedurende het tijdvak van 1 Januari 1904 tot en met 31 December 1958, tegen betaling van een jaar- lijkschen canon van f 0.40 per M2, met een minimum bedrag van f 2000. een perceel open grond aan de Nieuwe Parklaan. kadaster Sectie A. F., nos. 375 en 1897 beiden gedeeltelijk en groot ongeveer 54 A. 30 cA., zullende de juiste grootte door kadastrale opmeting worden be paald, en zulks tegen de verplichting voor de erfpacht- ster tot het op dien grond oprichten van een uit on brandbaar materiaal samengesteld gebouw, bestemd om als paardenspel te worden geëxploiteerd, telken jare in het tijdvak van 1 Juni tot 30 September ten minste gedurende zes achtereenvolgende weken, met bevoegd heid, om dat gebouw gedurende den overigen tijd van elk jaar te exploiteeren of te doen exploiteeren voor andere publieke vermakelijkheden aan Mejuffrouw M. A. C. Groen de 30 centiaren Gemeentegrond, deel uitmakende van het aan de Prins- Willemstraat gelegen perceel Sectie A. G., no. 1203, welke, volgens de kadastrale registers, door genoemde Mejuffrouw Groen meer aan erfpacht in gemeld perceel worden bezeten dan bij de onderhandsche akte van den 30sten Augustus 1839 op erfpacht werd uit gegeven, en wel: a. eeuwigdurend, ingegaan den lOden Juli 1903, de aan de noordoostzijde van den oorspronkelijk, bij de voor melde akte van 30 Augustus 1839 in erfpacht uitgegeven grond gelegen oppervlakte, groot 7 centiaren, tegen een jaarlijkschen canon van f 0,70; 1). gedurende het tijdvak, ingegaan den tOdee juu 1903 en eindigende den 21»teu November 1934, de aan de zuidwest- zijde van den oorspronkelijk bij de evengemelde akte

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 61