32 4 Het SALDO DER AANWEZIGE PANDEN f <1. i. f 4 3 1 118 42 24 36 8 Gezamenlijk. 2.20 pCt. 2.34 2.21 2.66 pCt. 2.76 2.58 1353 12287 13815 5262 2769 844 469 189 71 66 17 4 6 1 37103 1,— 2- 5- 10,— 20,— 30,— 50,— 75,- 100, - 200 800,— 500,— 1000,— 1500,— van en r f 1674,29s in het vorige jaar; alzoo eene vermindering in de gezamenlijke ontvangst van f527,91. Van het aantal der in dezelfde maanden beleende panden, is het verkochte gedeelte geweest, voor de Gouden en Zilveren. in 1901 1902 1903 31 Januari en was dit het laagst gedaald (37559) op 30 Augustus. Aan Linnen en Wollen. 1.69 pCt. 1-85 1.78 INTREST de afgeloste panden werd dit jaar ontvangen f 18312,60s van de verkochte panden f 1645,57 tegen f 18811,79 en 1506 118 Minder 1388 Het hoogste saldo <38667) werd dit jaar bereikt 29 Januari, terwijl de sterkste daling (34606) werd waargenomen 30 Mei. In 1902 steeg het pandencijfer (41615) het hoogst op 31 ving dit jaar aan met 38491 ad f 222.176,15 en eindigde met een getal van 37103 ad f 225.099,55; alzoo eene daling van 1388 panden, doch daarentegen aan voorgeschoten kapitaal eene stijging van f 2.923,40. De rubrieksgewijze verdeeling hiervan was als volgt: 399 582 176 266 66 Van beneden 1,tot en met 2,25 5.50 11,— 21.— 31,— 51,- F 76,- 105,— 205,— 305,- 505,— 1005,— VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING. r> Tf 16 1 n n n o n Meer Minder dan in 1902.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 628