35 De Duitsche visscherij blyft zich uitbreiden en wordt nog steeds door de regeering gesteund. De werkzaamheden aan de haven vorderen langzaam; be stond er in 1902 hoop om in November of December 1903 de ingebruikstelling te zien verwezenlijkt, het laat zich thans aanzien dat dit voor November 1904 nog twijfelachtig is. De handel in rog is onbeduidend, daar de aanbrengst dier visch onbeteekenend is. De uitvoer van tongen naar Engeland is niet meer noemens- waardig; de prijzen zijn steeds te hoog om kans aan te bieden voor een bevredigend resultaat. Uit Denemarken werd ook dit jaar weder geen visch aan gevoerd; de visscherij op de kusten van dit land schynt opgehouden te zijn: zeker is het, dat de groote hoeveelheden schol, 18 jaar daar terug daar aanwezig, er niet meer worden gevonden. Uit Engeland (Grimsby en Huil) werd geen schol of ge zouten schelvisch toegezondenreeds eenige jaren sterk afgenomen, schijnt de toevoer thans geheel te zijn opgehouden. In België zyn vischdrogeryen ontstaan, die uit Engeland gezouten schelvisch betrekken. Daar kon men iets beter prijs geven, omdat deze vischsoort in gedroogden toestand van hier uit naar hetzelfde land moet worden uitgevoerd en dus met vrachtprijs worden belast. In Engeland wordt nog voldoende aangevoerd door de nog steeds in aantal toenemende stoomtrawlers, welke nieuwe viscbgronden opzoeken, die door hen te bevisschen zyn. Engelsche en Duitsche stoomtrawlers begeven zich zelfs naar Ijsland. Vaartsnelheid en doelmatige inrichting voor ysverpakking maken aanbrengst in verschen toestand mogelijk de waarde dezer visch is dan meestal te hoog om ze voor droogvisch te gebruiken. Bovendien zjjn de Engelschen tegenwoordig voldoende op de hoogte zelf hun visch te drogen. Deze tak van nijverheid wordt ook te IJmuiden uitgeoefend. Een en ander doet onze drogerijen kwijnen. Van IJmuiden wordt dagelijks visch naar hier gezonden, van 200 tot 500 manden, die door handelaren in het groot hier aan de kleinere worden verkocht, welke ze te ’s Graven hage en omstreken weer aan den man brengen; zü is ge- woonlyk versch en goed in ijs verpakt, zoodat ook daaronder weinig droogvisch voorkomt. De makreelvisschery werd niet meer uitgeoefend; de proef, in 1899 en 1900 genomen, had een zeer nadeelig flnantieel .resultaat opgeleverd, waardoor in 1901 reeds geen lust meer bestond die te herhalen en die lust bleef ook in 1903 achter wege. In 1904 wordt door één reeder in combinatie met een 6 VERSI.AO DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 650