I
h
i
1
35
i
35
iffl
8. Samenstelling en Handelingen der Kamer.
Met den aanvang des jaars namen de herbenoemde leden
der Kamer, de heeren A. M. van Embden, G. M. de Niet,
A. J. II. van Ryn en E. M. S. van Santen opnieuw zitting,
terwijl de plaats van den heer H. W. Iserief, die niet voor
een herbenoeming wenschte in aanmerking te komen, werd
ingenomen door den heer J. Th. Wouters.
Als Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter traden ook
dit jaar op de heeren A. A. Knuijver en E. M. S. van Santen.
De Kamer hield in het afgeloopen jaar negen openbare
vergaderingen, terwijl acht huishoudelijke vergaderingen wer
den gewijd aan de behandeling van vertrouwelijk om advies
in handen der Kamer gestelde wetsontwerpen.
Naar aanleiding van in openbare vergadering behandelde
onderwerpen wendde de Kamer zich
I. tot Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche
Zaken ter ondersteuning van het adres, door het bestuur der
Nationale Vereeniging voor Handelsonderwijs tot Zijne Excel
lentie gericht in zake het hooger handelsonderwijs.
I
II. tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal naar aanlei-
ding van het adres, door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Schiedam tot dit College gericht om te verzoe
ken een in te dienen voorstel tot verhooging van den accijns
op gedistilleerd niet aan te nemen.
De Kamer vereenigde zich in hoofdzaak met den inhoud
van het genoemde adres en gaf te kennen, dat ook naar hare
meening een verhooging van den accijns op het gedistilleerd
met ƒ7 per HL. den toestand van het brandersbedrijf, die
toch niet rooskleurig is, onhoudbaar zou maken.
Reeds thans bestond er een wanverhouding tusschen het
bedrag van den accijns en de waarde van het getroffen arti
kel, daar de eerste de laatste nu reeds achtmaal overtreft,
terwijl die wanverhouding nog werd verhoogd door het ver
gunningsrecht, dat voor sommige plaatsen op ƒ3 a ƒ4 per
HL. mag worden gesteld.
Voorts werd er op gewezen, dat niet alleen de belangen
van branders en distillateurs en van hen, die van den han
del in gedistilleerd hun beroep maken, door dit ontwerp
werden bedreigd, maar ook die van het spoelingdistrict.
Verhooging van het bedrag, waarvoor de brander en dis
tillateur borg blijven voor de voldoening van den accijns
van door hen aan anderen afgeleverde goederen, zou even
eens een gevolg zijn van de voorgestelde verhooging, terwijl
ook de boete, buiten hun schuld, b.v. door ondermaat te
betalen, evenredig zou worden verhoogd.
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.