35 w III. tot Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat. Handel en Nijverheid ter beantwoording van eenige vragen, door den Minister gesteld omtrent de wenschelykheid van oprichting van een bureau tot voorlichting van handel en nijverheid. Het was de Kamer aangenaam te vernemen, dat de oprich ting van een dergelijk bureau ook door Zijne Excellentie werd beschouwd als kunnende strekken tot uitbreiding der handelsbetrekkingen van ons vaderland. De pogingen, zoowel door den heer O. Kamerlingh Onnes door de uitgave van het Algemeen Nederlandsch Exportblad als door de alhier geves tigde Vereeniging tot bevordering van den Nederlandschen Export in die richting in het werk gesteld, waren door de Kamer met sympathie gevolgd. De vraag, door den Minister gesteld, of zy de oprichting van een bureau voor handels- inlichtingen in het belang van handel en nijverheid wen- schelijk en noodig achtte, werd door de Kamer dan ook be slist bevestigend beantwoord. Wat de tweede vraag betrof, meende de Kamer in beginsel aan oprichting van zoodanig bureau van regeeringswege de voorkeur te moeten geven boven totstandkoming van parti culiere zyde. Het kwam haar voor, dat de onpartijdigheid van het bureau het best gewaarborgd zou zyn, wanneer het van Staatswege werd beheerd. Zy wilde hiermede allerminst zeggen, dat niet ook door particulieren op even eerlyke en loyale wyze gebruik zou kunnen worden gemaakt van de verkregen gegevens; maar de overtuiging van de strikte onpartijdigheid in het optreden van het bureau zou h. i. bij het publiek eerder gevestigd worden, wanneer het een riks bureau gold. Intusschen meende de Kamer rekening te moeten houden met het feit, dat met den krachtigen steun der Mi). van Nijverheid door particulieren een bureau voor handelsinlich- tingen is opgericht. Het wilde haar voorkomen, dat het niet wenschelyk was, dat de regeering thans zou overgaan tot de stichting van een rijksbureau daarnevens, maar veeleer, dat zy het particulier initiatief door haar steun in staat zou stellen te toonen, in hoeverre het op dit gebied aan recht matige eischen kan voldoen. Bleek na den voor dit bureau gestelden proeftijd van 8 jaren, dat het niet aan de gestelde verwachtingen voldeed, dan kon de oprichting van regeerings wege opnieuw een punt van overweging uitmaken. Waar haar advies derhalve thans strekte tot het verleenen 1? Op deze gronden werd verzocht het wetsontwerp tot ver- hooging van den accyns op het gedistilleerd niet aan te nemen. 30 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 680