I 35 37 van steun aan het bureau, opgericht met medewerking der Mij. van Nijverheid, meende de Kamer zich, wat aanging het door Zijne Excellentie ontworpen reglement voor een even tueel rijksbureau te mogen bepalen tot de mededeeling, dat de taak der instelling daarin h. i. juist was opgevat. IV. tot Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid naar aanleiding van de discussion by de behandeling van Hoofdstuk IX der Staatsbegrooting voor 1903 gevoerd over den aanleg van een nieuwen spoorweg tusschen Eindhoven en Weert, eventueel Echt. Gaarne sloot de Kamer zich aan bij hen, die den spoedigen aanleg dier lyn met kracht bepleitten. Ook voor den Haag toch zou de spoorwegverbinding met het Zuid-Oosten des lands daardoor belangrijk verbeterd worden. Langs de tegen woordige route der sneltreinen bedraagt de afstand via Utrecht—Arnhem den Haag—Maastricht ongeveer 62 KM. meer dan via Rotterdam-Eindhoven en de geprojecteerde lijn naar Echt. De reis naar Maastricht zou dus met onge veer een uur verkort worden, terwijl, wanneer deze route door sneltreinen bereden werd, ook de verbinding met Noord- Brabant belangrijk beter zou worden. Waar Zyne Excellentie zich in beginsel bereid verklaarde den aanleg van dezen nieuwen spoorweg te bevorderen, ver oorloofde de Kamer zich den wensch uit te spreken, dat deze lijn zoo spoedig mogelyk zou worden tot stand gebracht. V. tot Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid omtrent de wenschelijkheid van op heffing van de beperkte dienstregeling der telegraafkantoren in de groote steden, waarop van meer dan een zijde reeds bij den Minister was aangedrongen. Het kwam de Kamer voor, dat de nadeelen, die voor het publiek uit de sluiting dier kantoren gedurende verscheiden uren van den Zondag voortvloeien, niet -worden opgewogen door de meerdere Zondagsrust der ambtenaren. Voor de groote kantoren, die een uitgebreid personeel hebben, was gemakkelijk een regeling te treffen, waardoor den geheelen dag de noodige ambtenaren aanwezig zouden zyn om in den uit den aard der zaak toch immer minder omvattenden Zondagsdienst te voorzien. Waar nergens in het buitenland, ook niet in Engeland, in de, groote steden de telegraafkantoren des Zondags worden gesloten, zag de Kamer niet in, waarom het hier noodig zou zijn. Een dergelyke achterstelling van ons vaderland was voor den handel nadeelig en de Kamer veroorloofde zich daarom Zyne Excellentie te verzoeken de intrekking van dezen maatregel wel te willen bevorderen. d VERSLAG HER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 681