By lage 38
HOOFDSTUK I.
VERSLAG van den aanleg en de exploitatie der Gemeente-
Telephoon van 's-Gravenhage over het dienstjaar 1903.
In de Raadsvergadering van 6 Januari werd, ingevolge de
aanneming van de motie van de heeren Edersheim en Van
der Kemp in de Raadszitting van 30 December 1902, besloten
eene Commissie van bijstand, bedoeld bij art. 54 der Gemeente
wet, in het beheer van de Gemeente-Telephoon in te stellen.
Tot leden dier Commissie werden in dezelfde vergadering
benoemd: de heeren E. Edersheim Bzn., P. F. van Wieringhen
Borski, Jhr. O. J. A. Repelaer van Driel en E. M. S. van
Santen; tot Voorzitter der genoemde Commissie werd door
Burgemeester en Wethouders aangewezen de Wethouder
G. de Wys, en tot secretaris Mr. J. A. N. Patyn.
Het telephoongebouw, dat reeds in het laatst van het
vorige jaar door een hulpbode werd betrokken, die voor het
droogstoken van het gebouw had te zorgen, werd den óen
Februari door het tijdelijk administratief en technisch per
soneel werkzaam by den aanleg van het telephoonnet, dat
voorheen tijdelijk gehuisvest was in de perceelen Groene-
wegje No. 24 en Raamstraat Nos. 32 en 32a in gebruik genomen.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 20 Januari
werd de jaarwedde van den te benoemen directeur op f 3500
vastgesteld.
De ingenieur H. E. Bunnik, die met de voorbereiding van
en het toezicht op den bouw van het telephoonnet was be
last, werd door den Gemeenteraad in zyne vergadering van
den 17en Februari tot Directeur van het Gemeenteiyk
Telephoonbedryf benoemd.
In de maand Februari werden door de firma L. M.
Ericsson Co. te Stockholm een ingenieur en enkele mon
teurs gezonden, die het monteeren van de telephooninstallatie
moesten voorbereiden.
De ijzeren geraamten der telephoontafels, de generator en
de motor werden spoedig aangevoerd en naarmate de ver
schillende onderdeelen voor de installatie werden ontvangen,
werd ook het personeel der firma versterkt en met het
monteeren voortgegaan.
1
Aanleg.