42
4
I
Onderwijs.
Bij ’t lezen werd gebruik gemaakt van de mondstandfigu
ren. Deze figuren gaan geleidelijk in letterteekens over. Door
verschillende hulpteekens wordt het inogeljjk gemaakt eiken
klank op een bepaalde wijze voor te stellen. Dit in verband
met de talrijke leesoefeningen van woorden zonder beteekenis,
maakt dat het raden, wat bij de gewone leesmethode zoo
veelvuldig voorkomt en allerlei spraakgebreken in de hand
kan werken, hierbij is uitgesloten. Tevens is deze methode
by voorkeur geschikt voor de hardhoorenden uit de klasse.
De resultaten er van zyn dan ook uitstekend.
7 Rekenen behoorde voor de meeste leerlingen tot een der
moei lijkste vakken. Er werd een ruim gebruik gemaakt van
allerlei hulpmiddelen. De meest gebruikte zijn: 't rekenbord,
't schijvenbord, de rekendoosjes, de dominosteenen en de
munten. Deze laatsten werden ook gebruikt by ’t winkeltje
spelen, dat veel beoefend werd vooral ook met ’t oog op
’t practische leven. Om de kinderen later een overzicht van
de getallen tot 100 ge rnak kei ijker te maken, rekenden ze
met de getallen beneden 10 ook als collectieven. Thans heeft
de tweede klasse de meeste oefeningen met de hoeveelheid
vyf gemaakt, zoodat de kinderen in staat zijn de hoeveel
heden tot 25 te groepeeren.
Voor ’t schry/ven werden talrijke voorbereidende schrijf
oefeningen gemaakt, die noodig waren, omdat by velen de
begrippen van grootte en richting ontbraken. Daarby kwam
voor enkelen nog de groote moeiiykheid, dat ze geen meester
waren over de bewegingen van hand en arm. Na die voor
oefeningen werd in hoofdzaak een gewone methode voor
steilschrift gebruikt. Thans zyn de leerlingen der tweede
klasse aan ’t schryven van eenvoudige lettervormen.
vaag. De gewichtsillusie bestond slechts by 5 van de
opgenomenen.
Óok thans kwamen weer de twee verschillende soorten
van achteriyken voor, n.l.’t drukke, tuchtlooze, leugenachtige
kind met z’n zeer vluchtige aandacht en ’t stille, sufferige
kind met z’n bijna niet te wekken opmerkzaamheid.
Stellig zou ’t m.i. aanbeveling verdienen by de organisatie
van een school voor achteriyken deze beide groepen van
kinderen te scheiden.
VERSLAG ONDERWIJS UN ACHTERLIJKE KINDEREN.
I
Wanneer men twee voorwerpen van gelyk gewicht, maar van ongeiyzen
inhond in de handen neemt, echynt de kleixetr hel zu-anrst. Dit zinsbedrog doet
zich by eiken volwassene voor, echter niet by kinderen beneden tl 7 Jarigen
leeftijd. Deze noemen de voorwerpen even zwaar, of het grootste het zwaarst, doch
nooit het kleinste het zwaarst. By achterlyke kinderen treedt deze gewichtailhiW'
meestal veel later op dan by gewone kinderen.