42
I
Eiken morgen werd een kwartier aan gymnastische oefeningen
besteed, ’t Doel van dit onderwijs is het gevoel voor maat en
rythmus op te wekken en de kinderen te leeren gezamenlijk
oefeningen uit te voeren, waarbij tevens de macht over
de verschillende spieren wordt vergroot. Er werden reeksen
oefeningen geleerd, waarvan de uitvoering werd verbonden
aan sterk rythmische melodieën, welke werden gefloten of
op de viool gespeeld. Daardoor komen de gehoor- en spier-
gewaarwordingen elkander te hulp. Deze navolging van de
eurhytmische gymnastiekoefeningen van de Brusselsche school
voor achterlijke kinderen voldoet heel goed, ofschoon het
resultaat er van niet zóó kan zijn als te Brussel, waar men
over een muziekonderwijzer tot bespeling van de piano en
tot samenstelling van de rytmische muziek bij de verschil
lende oefeningen kan beschikken.
Met ’t leeren zien op de klok werd, dank zij het hulp
middel, dat gevormd werd van twee groote wijzers, waarmee
in ’t leege lokaal een klok gemaakt werd, waarbij de kinderen
als cjjfers fungeerden, goede vorderingen gemaakt.
'I Vertellen ging steeds aan de hand van eenige tafereelen
op 't bord geschetst. Hierdoor waren de gezichtsvoorstellingen
behulpzaam om de opeenvolging in tijd bij de vertelling te
doen vasthouden. Behalve met dit beeldend teekenen, werd
’t vertellen zooveel mogelijk verbonden met ’t leeren van
versjes.
't Zingen, dat slechts enkele leerlingen zuiver doen, diende
voornamelijk om de opgewektheid in de klasse te verhoogen.
Elke morgenschooltijd wordt daarom met ’t zingen van een
versje begonnen.
Aan de arbeid met legstokjes, bouwstokjes, vlechtlatten,
vouwbladen en pijpaarde werd veel tijd besteed. Door arbeid
toch wordt de opmerkzaamheid bepaald, ’t willen wordt
gericht op een zichtbaar doel en ’t geleerde wordt 't best
door arbeid bevestigd. Tevens is de handenarbeid een aan
vulling van ’t gymnastiekonderwijs, omdat de handvaardigheid,
welke inzonderheid by de achterlijken zoo dikwijls gering is,
er door wordt bevorderd. Door de geringe productiviteit der
meeste achterlijken vordert dit onderwys echtei- ook ’t meest
van den onderwijzer, zoodat de hulp van een tweeden onder
wijzer sterk aan dit onderwijs ten goede kwam. Zooveel
als mogelijk was, werd ’t arbeidsonderwijs verbonden met
teekenen, rekenen, spreken en zaakonderwijs.
Aan 't spreken werd meer dan gewone zorg besteed. Niet
alleen door 't betrekkelijk groot gedeelte spraakgebrekkigen
(in de eerst opgerichte klasse 4 van de 16 kinderen), doch
vooral ook, omdat de wyze van zich mondeling uit te druk
ken by de meeste achterlijken hoogst gebrekkig is.
VERSLAG ONDERWIJS AAN ACHTERLIJKE KINDEREN.
i