I
i
sj
f
43
I
I
2
i
HOOFDSTUK III.
Onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak.
11. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 18, le lid,
der Woningwet, met opgave van het aantal onbewoonbaar
verklaarde woningen.
7. Toepassing van art. 16 der Woningwet.
Aanschrijvingen als bedoeld bij artikel 16 der Woningwet
werden niet gedaan.
8. Aanschrijvingen tot verbetering van woningen, metopgave
van het aantal aanschrijvingen en van het aantal gevallen,
waarin de bewoning ingevolge de aanschrijving werd gestaakt.
In vijf gevallen werd eene aanschrijving gedaan tot ver
betering van woningenin geen der gevallen werd ingevolge
de aanschrijving de bewoning gestaakt.
De aanschrijvingen betroffen
a. het herstellen van een gebrek in den afvoer van het
riool van een hofje aan de Heemraadstraat
b. het ■wegnemen van rioolstank in een perceel aan de
Krayenhoffstaat
c. het aanbrengen van verbeteringen in verschillende in
slechten toestand verkeerende perceelen, waarvan 8 perceelen
in een hofje aan de Prinsegracht
37 perceelen in een hofje aan den Zuid-Buitensingel;
1 perceel aan de WTarmoezierstraat.
Aan de aanschrijvingen sub a en b werd het vereischte
gevolg gegeven.
De bij de sub c bedoelde aanschrijvingen gestelde termijn
voor de uitvoering der verbeteringen was op het einde van
het jaar 1903 nog niet verstreken. De eigenares van de
besproken perceelen aan den Zuid-Binnensingel wendde zich
den 8sten December 1903 tot den Gemeenteraad met het
verzoek om verlenging van den termijn.
Op ult°. December 1903 was ter zake van dat verzoek
door Burgemeester en Wethouders het advies van de Ge
zondheidscommissie ingewonnen, doch nog geen beslissing
genomen.
9. Aanschrijvingen ter zake van overbevolking.
Aanschrijvingen ter zake van overbevolking werden niet
gedaan.
10. Toepassing van artikel 17, le lid, der Woningwet.
Artikel 17 der Woningwet werd niet toegepast.
VERSLAG, BEDOELD BIJ ABT. 52 DEB WONINGWET.