I I j- I H J r II I 80 I L - de rioleering en bestrating van het bedoelde gedeelte Hobbemastraat te kunnen aanvangen. De ter visielegging tusschen 13 Mei en 20 Juni van de stukken in zake de aangevraagde onteigening, ten behoeve van den aanleg van het gedeelte Voorburg Scheveningen, met zijtak naar ’s-Gravenhage, van den spoorweg Rotterdam - 's-Gravenhage - Scheveningen gaf' Burgemeester en Wethouders aanleiding zich te wenden tot Gedep. Staten, ten einde er op te wijzen, dat. hoewel het algemeen nut van het totstandkomen van den spoor weg niet wordt ontkend, een openbaar belang van niet minder algemeen nut en reeds door de Wet - de Woningwet erkend, namelijk de uitbreiding der Gemeente, door den aanleg van den spoorweg op de voorgenomen wijze in de hoogste mate wordt geschaad, zoo niet geheel hersenschimmig gemaakt. De ruim 5 M. hooge spoorwegdijk toch, die de stad aan haar Z. O. zijde als een vestingwal zal omknellen, zal het, eenmaal daar zijnde, hoogst bezwaarlijk zoo niet onmogelijk maken de aan weerszijden daarvan gelegen stadswijken met elkaar in behoorlijke verbin ding te brengen. Onder herinnering aan Ged. Staten, dat het bestaan van een dergelijken toestand te Utrecht, heeft noodig gemaakt de benoeming bij K. B. van 17 Mei 1902 van een Staatscommissie tot onderzoek hoe in dien toestand verbetering is te brengen, werd aan het College van Ged. Staten verzocht den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid deze bezwaren te willen mede- deelen met het verzoek het ontwerp der onteigenings wet niet aan de Staten-Generaal aan te bieden, alvorens tusschen de Gemeente en de Z. H. E. Sp. Mij. overeen stemming bestaat omtrent de wijze, waarop de spoorweg de wegen voor gewoon verkeer zal doorsnijden, „mede in verband met de mogelijkheid van een behoorlijke uitbreiding in de toekomst”. Middelerwijl werd niet verzuimd met de Z. H. E. Sp. Mij. in bespreking te treden over de mogelijkheid tot het maken van nieuwe en het verruimen van bestaande of ontworpen doorgangen. De totstandkoming van de Bouwgrond-Maatschappij „’s-Gravenhage-Voorburg”, die als bouwgrond in exploi tatie brengt een groote oppervlakte terreinen, zich uit- Ji’

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1903 | | pagina 97