120
h. Spoor- en tramwegen.
27 April 1904 (Stbl. No. 77) is het
Bij de
algemeen
dommen,
van
(vergelijk B. b 1°).
wet van
nut verklaard der onteigening van de eigen-
noodig voor den aanleg van den spoorweg
Rotterdam naar ’s-Gravenhage en Scheveningen
In de Raadsvergadering van 19 September werd een
verzoek van de IJsel-Stoomtramweg-Maatschappij om
verlenging tot 31 December 1944 van hare op 31 Decem
ber 1904 eindigende concessie voor den aanleg en de
exploitatie van een spoorbaan, aanvangende op den
Schenkweg nabij het Bezuidenhout en loopende over
den Schenkweg, in handen van B. en W. gesteld om
praeadvies. Tevens verzocht de Mij. daarbij goedkeu
ring tot het overdragen van hare concessie aan de
Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen.
Met het oog op den vrij omvangrijken aard van dit
verzoek en den betrekkelijk korten tijd voor het onder-
I
JAARWEDDE.
KWALITEIT.
NAAM.
Telephonist®.
360.—
360.—
360.—
360.—
372.—
360.—
360.—
360.—
360.—
,i
360.—
360.—
mej. W. A. Chapelle
M. W. de Groot
M. J. Th. de Blécourt
P. M. F. Meyboom
X. J. Kruuk.
S. F. Cramwinckel.
J. M. Oosterland
M. E. Benoist
J. M. B. Kannegieter.
G. M. Scheffelaar
A. M. A. H. Wenkcn-
hach
J. Th. van Rijn.
E. M. Knies.
A. M. Trossel
L. J. S. H. Roel
W. M. Janssen
J. J. Stein
E. II. de Klein
E. M. Janssen
W. L. C. Ebheler
C. M. J. v. d. Ende
360.—
372.—
372.—
360.—
360.—
360.—
360.—
372.—
360.—
360.—