I is 12 S. b. Het College ran Burgemeester en Wethouders. De Wethouder Jhr. Mr. O. J. Repelaer van Mole naarsgraaf zag zich, wegens redenen van gezondheid, verplicht als zoodanig ontslag te nemen. In de Raadsvergadering van 22 Februari werd tot zijn opvolger benoemd de heer J. Simons. Op den 5en April werd de Burgemeester. Mr. .1 Baron van Harinxma thoe Slooten, door den dood ontrukt aan het ambt, door hem gedurende bijna zes jaren bekleed. Bij Koninklijk besluit van 9 Juni, n". 10. werd, met ingang van 15 Juli, in zijne plaats benoemd E. C. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, Burgemeester der ge meente Arnhem. Op 1 Januari 1905 bestond het College van Burge meester en Wethouders uit de heeren: E. C. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, aftreding. Burgemeester1910 Dr. J. Th. Mouton1905 J. Simons1905 G. de Wi.ts1908 Mr. J. G. S. Bevers1908 wordende door den Burgemeester een jaarwedde ge noten vanf 8.000 en door eiken Wethouder van4.000 Bij besluit van Gedeputeerde Staten, dd. 7 November, G. S. n". 57, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 6 December, n°. 45, werd de jaarwedde van ieder der Wethouders, met ingang van 1 Januari 1905, vastgesteld op vorengemeld bedrag. Het toezicht op de verschillende takken der gemeente huishouding werd verdeeld als volgt: Algemeene Zaken, Nationale Militie en Schutterij: de Burgemeester. Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister en Gemeente bedrijven de Wethouder G. de Wijs. Onderwijs: de Wethouder Dr. J. Th. Mouton. Openbare Werken en Eigendommen: de Wethouder Mr. J. G. S. Bevers. Financiën en Armwezende Wethouder J. Simons. I I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1904 | | pagina 12