I
If
bh
12
12
Theodor Stang.
I
ilii
De Directeur,
’s-Gravenhage, Maart 1905.
Overzicht van de uitbreidingen ten behoeve van
verbonden kosten
•hoogd watergevend vermogen niet de daaraan
31 December 1904.
Overzicht van de uitbreidingen der diverse onderdee
steede kosten van af den aanvang der expl
[i den oorspronkelijken aanleg en van de daaraan be-
ie (24 October 1874) tot op 31 December 1904.
38
32
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.
11.
Staat VI.
BESTEEDE KOSTEN
AANTAL EN CAPACITEIT DER ONDERDEELEN
Totalen na de
OPMERKINGEN.
j na de uitbreidingen
ONDERDEELEN.
uitbreidingen tot
Benaming.
tot op
1 31 December 1904.
8.
9.
5.
4
3.
2.
13680 M»
5568 M*
Lengte
Bodem diepte
Water vang.
I.
1JÖ.326,—
f 1.032.013,—
1 4.42
40000 M3 per etmaal.
1
4000 M3 per etmaal.
2
Aantal
Filters.
II.
125.000,—
308.240,—
1 2.46
I
15.400 M2
3200 M-
Filtervlak
■337.234,—
509.441,—
1 1.51
n
1
18
Aantal
Gebouwen
III.
1
5
2
Stoompompwerktuigen Aantal
IV.
1
8
4
id.
met ketels
146.546,-—
432.479,—
1 2.95
1
37 M:’ per minuut.
14 M3 per minuut.
54.566,—
54.566,—
Wegen en bruggen
1
221.000 Mi
69000 M'
Lengte
I
Buizennet
S2.124,—
VI.
„1.719.046,
1 2.06
1
7354 c/m-
2147 c/nG
128.796,—
i'4.055.785,—
l 2.34
Watergevend ver
mogen
Capaciteit der
Hoofdleidingen
en behoeve
van den
spronkelyken
aanleg.
4.8
2.57
Watergevend ver
mogen
kregen van capaciteit dan van kapitaal.
De verhoudingen zijn voor
1. Watervang als 10.25 tot 4.42
II. Filters
III. Gebouwen
VI. Buizennet
Alleen voor de Stoompompwerktuigen is de
oorspronkelijke aanleg relatief een weinig lager
Eene vergelijking tusschen de kolommen
6 en 9 toont aan dat voor de diverse onder -
deelen een veel grootere vermeerdering is ver-
in prijs dan de latere uitbreiding, hetgeen zijne
i natuurlijke oorzaak heeft in de omstandigheid
I dat bij den eersten aanleg tegelijk twee stoom
machines met 4 ketels werden gebouwd, terwjjl
later de machines telkens met één werden
vermeerderd. De capaciteit van de geheele
waterleiding bedroeg op 31 December 1904 ca
4 malen de oorspronkelijke, terwijl het totale
bedrag van het voor genoemde onderdeelen be
steed kapitaal niet meer is dan 2V3 maal dat
van den eersten aanleg.
gem. 0,50 Ml-f-D.P.gem. 4 M 4- D. I’.
na voltooiing
van den
j oorspronkeiyken
aanleg. 31 December 1904.
2.46
1.51
3.42 2.06