12
Scheikundig onderzoek.
1 I
RAPPORT omtrent de onderzoekingen ten dienste der
Duinwaterleiding te 's-Gravenhage, verricht in
het jaar 1904.
-
*4
Het duinwater te ’s-Gravenhage werd in het jaar 1904
twaalf maal scheikundig onderzocht.
De gemiddelden van deze onderzoekingen verschillen weinig
van die van vorige jaren en mogen hier gunstig worden
genoemd.
Stikstofverbindingen: ammoniak, salpeterigzuur en salpeter
zuur waren steeds afwezig; zware metalen eveneens.
Het c/jZoorgehalte schommelde uiterst weinig en kwam
nooit hooger dan het vorige jaar. Ook gebeurde dit niet in
de maand October, in welke maand (waarschijnlijk ten
gevolge van den zeer drogen zomer) bijna alle vaste stoffen
in grootere hoeveelheid aanwezig waren dan gewoonlijk het
geval is.
Deze vaste stoffen, zoowel hun totale hoeveelheid als de
hoeveelheden der afzonderlijke stoffen: kalk, magnesia, ijzer-
oxyde, aluinaarde, kiezelzuur anh. en zwavelzuur anh. wis
selden, behalve in de genoemde maand October, in de
verschillende maanden van het jaar zeer weinig en waren
de verschillen niet grooter dan andere jaren.
Het gloeiverlies was betrekkelijk laag; ook het Chamaeleon
cijfer is niet hoog, behalve in de maand October, waar dit
cijfer de buitengewone hoogte van 15.1 bereikte. Een zoo
hoog cijfer is in jaren niet voorgekomen en moet waar
schijnlijk eveneens aan de zeer groote droogte worden toe
geschreven; ongerustheid behoefde het niet te baren, daar
stikstofverbindingen niet in het water aanwezig waren.
Evenals vorige jaren vindt men in de als Bijlage I hierbij
overgelegde tabel de verschillende scheikundige analysen
vermeld en welke men in Bijlage II in een graphisch over
zicht vindt weergegeven.
Als andere jaren, kunnen we ook thans besluiten, dat
j