f
1
i
a
Btflage 14
VERSLAG van den tvjddijken Inspecteur ter bestrijding,
der Cholera.
Ingevolge Uw opdracht, n°. 14698, le afd. d.d. 31 Decem
ber 1904, tot het verstrekken van de noodige gegevens
aangaande mijnen werkkring over het jaar 1904, heb ik de
eer U het volgende mede te deelen.
Onder de rubriek der gevallen van besmettelijke ziekten,
in de Gemeente ’s-Gravenhage in het jaar 1904 voorgekomen,
waarvan de opgave, voor zoover zij betreft de ziekten, genoemd
in de wet op de besmettelijke ziekten, elders in het Ge
meenteverslag eene plaats vindt, verdient vermelding dat de
Mazelen dit jaar eene vrij groote verbreiding hebben genomen,
en bij het soms kwaadaardig karakter der ziekte de oorzaak
zijn geweest van een niet onbelangrijk aantal sterfgevallen
dat de Roodvonk en Diphtheritis, evenals in bijna alle
steden van eene belangrijke grootte, bijna voortdurend in
meerdere of mindere mate hebben geheerscht, ofschoon met
een weinig kwaadaardig karakter
dat de Influenza zich in het begin en tegen het einde van
het jaar weder in vrij groote mate heeft vertoond
en dat in de maanden November en December eene reeks
gevallen van Febris Typhoïdea zijn voorgekomen.
Deze gevallen vertoonden zich het meest in het zuidelijk
en zuidoostelijk gedeelte der stad, grenzende aan de beide
Gemeenten Voorburg en Rijswijk, waar ook in het afgeloopen
jaar eene reeks gevallen dezer ziekte voorkwam.
Opvallend was het feit dat de gezinnen, waarin de ziekte
gevallen optraden, voor een groot deel hunne melk ontvingen
van een grooten melkslijter te Rijswijk, zoodat het vermoeden
rees, dat de oorzaak der ziekte kon zijn gelegen in de be
smetting dezer melk.
Terwijl van Gemeentewege door aanplakbilletten en waar
schuwing in de dagbladen aan de bevolking de raad werd
gegeven om steeds de melk gekookt te gebruiken, werd door
de Gezondheidscommissies alhier en te Rijswijk een onderzoek
ingesteld naar het voorkomen van gevallen van Febris Typhoïdea
Besmettelijke ziekten.