1
1
1
1
I
4
4
4
i
i
1
4
M
20
-1
ïf
Het aantal
zeven-
4
4
9081
9768
10165
10837
11035
11268
10046
9996
7247
6076
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
346
361
102
4
219
253
143
258
222
258
11910
12271
12373
12377
12596
12343
12486
12744
12966
13224 4-
223
916
610
867
329
835
4 1064
695
739
243
3661
3632
3687
3745
3699
3796
3987
4256
3886 - 370
13983 4
14899 4
15509 4
16376 4
16705 4
17540
18604
19299
20038
20281
26
687
397
672
198
251
1240
50 i
I— 2749
I— 1171
78
93
29
55
58
46
97
191
269
3568 4-
i
lager schoolonderwijs genietende, bedroeg derhalve 33 505,
waarvan de openbare scholen 20 281 en de bijzondere 13 224
tot zich trokken.
Het verschijnsel, waarover in het vorig jaarverslag reeds
werd gesproken, dat n.l. het aantal kinderen, voor wie
op de 'openbare scholen, zij het niet ten volle, schoolgeld
wordt betaald, geleidelijk toeneemt, bleef ook in 1904 door
werken. Ondanks de gestadige toeneming van het totaal
aantal leerlingen, blijft de lijn, langs welke zich het cijfer
der kosteloos onderwezenen beweegt, dalende. In deze rich
ting werkt natuurlijk ook de omstandigheid dat gedurende
eenige jaren van overgang eene hoogste klasse van enkel
kosteloozen de school verlaat en vervangen wordt door
eene laagste klasse van niet enkel kosteloozen. Ook op de
bijzondere scholen is, niettegenstaande de vermeerdering van
het leerlingental, het cijfer der van schoolgeld betaling vrij
gestelden lager dan ten vorigen jare.
Een en ander moge blijken uit onderstaand staatje, het
welk het verloop van het laatste tienjarig tijdvak aangeeft.
■- 1
-S g
fï
o f
dezer kinderen tusschen den zes- en twaalf
jarigen leeftijd, voor de laatste jaren. in verband met de leer
plichtwet, tusschen zeven- en dertienjarigen leeftijd, moge
o
Kosteloos onderwezen.
*5
Openbare
scholen.
Bijzondere
scholen.
Bijzondere
scholen.
Openbare
scholen.
3
2
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.