20
23
schenen slechts 3 jongens geregeld op den zomercursus.
Een weinig opwekkende taak voor leerlingen en onderwijzers!
Van eene andere dergelijke school, die in October 1903 met
36 leerlingen was begonnen en in Maart 1904 er nog 22
telde, werd de cursus gedurende den zomer met 16 leer
lingen voortgezet.
Nog een ander hoofd zegt: De voortzetting gedurende de
zomermaanden heeft niet beantwoord aan het doel de leer
lingen bij elkander te houden, opdat zoo tot eene geregelde
klassificatie kan gekomen worden. Immers er waren daar
gedurende de maanden Juli, Augustus en September gemid
deld slechts 8 leerlingen, tegen 18 in April en 12 in Mei.
Dit hoofd komt de voortzetting van de proef in dezen
vorm n.l. gedurende den geheelen zomer één avond per
week, niet raadzaam voor. Ten slotte zij vermeld, dat nog
een hoofd eener school C' mededeelt, dat de voortzetting
van den wintercursus gedurende den zomer „weinig resul
taat” heeft gehad.
De Sub-commissie is het hiermee eens en geeft verder als
hare meening te kennen, dat de voortzetting van den winter
cursus gedurende de zomermaanden voor de scholen C'
althans niet zulke resultaten heeft gehad, dat de kosten
daaraan verbonden als goed besteed mogen worden genoemd.
Tot op zekere hoogte geldt dit ook voor de beide zomer
cursussen B, beide voor jongens, de eene gevestigd aan de
Hoefkade, de andere aan de van Damstraat. In de eerste
school was het hoogste aantal leerlingen 25 en in de andere
32, tegen elk 35 in het vorige jaar. Aan eiken dezer cur
sussen waren, behalve het hoofd, twee onderwijzers werk
zaam. Als men bedenkt, dat onder die leerlingen er nog
waren, wier ontwikkeling hen eigenlijk voor herhalings-
onderwvjs nog niet geschikt had gemaakt, dan mag gerust
ingestemd worden met het oordeel van een der hoofden,
dat de zomercursussen niet schynen te bloeien en is het te
begrijpen, dat het andere hoofd ook klaagt over het geringe
aantal leerlingen, dat er gebruik van maakt. Natuurlijk zoe
ken de hoofden ook naar redenen. De een meent, dat, als
ook eene vreemde taal onderwezen werd, het bezoek sterk
zou toenemende ander, dat de voortzetting van de winter-
cursussen gedurende den zomer de zomercursussen overbodig
maakt. Dit nu moge waar zijn, toch is het een opmerkens-
waardig verschijnsel, dat enkele leerlingen èn den voort-
gezetten wintercursus èn den zomercursus bezochten, hetgeen
natuurlek wel kon, omdat die cursussen op verschillende
dagen werden gegeven. Waren er vele zulke leerlingen, dan
zou zeker over het geringe bezoek niet te klagen vallen.
Met de meisjesscholen (C2) is het, wat de resultaten van de
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.