20
24
van
voortzetting van der zomercursus betreft, eenigszins anders
gesteld. In een paai ervan werd de cursus voortgezet tot
Juli en wel op vier avonden per week. Bovendien werden,
zoo ongeveer op alle, in April ook nieuwe leerlingen aange
nomen, zoodat hier van het resultaat met het oog op de leer
lingen, die er reeds waren, geen zuiver beeld kan worden
gegeven.
Zoo was op eene school het aantal leerlingen in den zomer
17 tegen het hoogste aantal in den winter 23, op eene andere
20 tegen 60, op twee 45 tegen 49. Bovendien was op eene
school van eene eigenlijke voortzetting geen sprake, omdat
van de meisjes, die uit de drie klassen bleven, twee groepen
werden gemaakt en de klassenindeeliug dus geheel anders was.
Tot eene juiste beoordeeling lette men er bovendien op,
dat bij de voortzetting van deze cursussen handwerkonderwijs
een goed deel van den tijd in beslag nam.
De Sub-commissie heeft gemeend in zake de voortzetting
de wintercursussen gedurende den zomer uitvoerig te
moeten dienen van bericht, ten einde het volle licht te doen
vallen op deze proefneming.
Na rype overweging en op grond van een nauwkeurig
onderzoek is de Sub commissie tot. de overtuiging gekomen,
dat de voortzetting van den wintercursus tot aan de groote
vacantie voor de scholen C 2 zeer gewenscht is, maar dan
ook evenzoo ingericht als gedurende den winter.
Wy komen nu tot den wintercursus 1904 1905. Evenals
in het vorig verslag dienen wij de aandacht te vestigen op
den bloei der scholen D 1 en D2. Eene tweede school D 1
(jongens) werd opgericht aan het Rijswijksche plein. Natuurlijk
dacht de Sub-commissie, dat de oprichting van die nieuwe
school invloed zou hebben op het aantal leerlingen, die de
andere school aan de Achter-Raamstraat bezochten. En zie,
deze bracht haar getal weer op 106, terwjjl de nieuwe school
weldra 102 leerlingen telde. De meisjesschool D2 zag het
aantal leerlingen toenemen van 60 tot 114. Wel een bewijs,
dat deze soort scholen in den smaak vallen niet alleen,
doch dat het schijnt, dat zy ook in eene behoefte voorzien,
en in dat geval zijn wij met deze scholen op den goeden weg
Dat kan niet ten volle gezegd worden van de scholen C
Het aantal leerlingen dezer scholen verminderde weer. Bedroeg
dit, volgens het vorige verslag 233, nu was het 227. De meest
bezochte dezer zes scholen handhaafde het aantal leerlingen
dat zij in den vorigen cursus telde (69); van de andere
scholen was het aantal een paar leerlingen meer of minder.
Natuurlijk rijzen hier verschillende vragen, maar wie geeft
daarop het juiste antwoord?
Zoo meende een der hoofden, dat, als aan elke school
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.