r
20
voor timmerlieden, doorsneden en projecties van houtcon
structies, voor smeden van ijzer- en koperwerk, voor behangers
en schilders „versieringskunst.” Enkele leerlingen hadden
zooveel lust gekregen in hun vak, dat zij over gingen naai
de teekenakademie of de ambachtsschool.
Een enkel hoofd klaagt over geringe belangstelling voor
geschiedenis, een ander voor staatsinrichting. De hoofdreden
zal wel zyn, dat daar, waar de leerling niet veel zelf werkzaam
is, de vermoeidheid, waarvan boven sprake is, hare rechten
zal doen gelden.
Omdat de toestand der scholen C 1 over het algemeen niet
bloeiend is, heeft de Sub commissie gemeend in hare be
spreking daarvan zoo uitvoerig mogelijk te moeten berichten.
De scholen C2 (meisjes) hebben het aantal leerlingen aan
merkelijk zien toenemen. Het bedroeg in dezen cursus 383
tegen 264 in den vorigen. De vermeerdering geldt voor alle
scholen, op ééne uitzondering na. Bij onderzoek is ons ge
bleken, dat de redenen van deze uitzondering van tijdelijken
aard zijn; daarbij kwamen aan deze school veel ziektege
vallen voor en daardoor ook weer was er veel verzuim. Het
is juist eene school waarvan het aantal leerlingen in den
vorigen cursus was toegenomen.
Voor enkele scholen was de vermeerdering van het aantal
leerlingen zeer groot: eene klom van 62 tot 108, eene andere
van 34 tot 81. Men mag ook van deze scholen zeggen, dat
zij in eene behoefte schijnen te voorzien. De vermeerdering
van het aantal leerlingen wordt door de hoofden ook toege
schreven aan de ruime bekendmaking van de gelegenheid tot
het ontvangen van herhalingsonderwijs door het aanhechten
van borden aan de scholen en door het zenden van kaarten
aan de ouders der leeringen die de school hadden afgeloopen.
Voor de scholen C' hebben echter diezelfde middelen niet
hetzelfde gevolg gehad.
De belangstelling van de leerlingen der scholen C2 voor
de verschillende vakken is zeer groot, vooral voor koken en
handwerkonderwijs, in het bijzonder op de machine naaien.
Dit is te begrepen, omdat daarby de leerlingen zeer be
drijvig bezig zijn en haar dat genot verschaft. De hoofden
maken van deze belangstelling gebruik, om den bloei hunner
scholen te bevorderen. „De belangstelling in dit onderwys
(koken) wordt een prikkel om een volgenden cursus terug te
komen”. „In de laagste klasse geen kookonderwijs; omdat
de leerlingen gaarne dat onderwijs volgen, moet het als een
prikkel dienen om in eene hoogere klasse te komen.”
Ziedaar een paar oordeelvellingen van hoofden van die scholen.
Wy hebben door het bovenstaande meer de aandacht op
dit onderwijs willen vestigen, omdat wij instemmen met
26
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.